Eerste Afdeling. Van de troonopvolging.

Inhoudsopgave van deze pagina:

10: Kroon der Nederlanden opgedragen aan Willem Frederik en zijn nakomelingen

De Kroon der Nederlanden is en blijft opgedragen aan Zijne Majesteit WILLEM FREDERIK Prins van Oranje-Nassau, om door Hem en Zijn wettige nakomelingen te worden bezeten.

11: Erfopvolging

De Kroon gaat bij erfopvolging over: op de nakomelingen van de laatstoverleden Koning, waarbij zonen voorrang hebben boven dochters en daarna het oudste kind voorgaat met plaatsvervulling volgens dezelfde regels; bij gebreke van nakomelingen van de laatstoverleden Koning, op gelijke wijze op de nakomelingen eerst van zijn ouder dan van zijn grootouder in de lijn van troonopvolging, voor zover de laatstoverleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap.

12: - Vervallen -

Vervallen.

13: - Vervallen -

Vervallen.

14: - Vervallen -

Vervallen.

15: Troonsafstand

Afstand van de Kroon heeft ten opzichte van de opvolging hetzelfde gevolg als overlijden. Behoudens het bepaalde in het volgende artikel zijn na de afstand geboren kinderen van de erfopvolging uitgesloten.

16: Recht ongeboren kind van Koning

Het kind, waarvan een vrouw zwanger is op het ogenblik van het overlijden des Konings, wordt ten opzichte van het recht op de Kroon als reeds geboren aangemerkt. Dood ter wereld komende wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

17: Erfopvolging na huwelijk

Van de erfopvolging, zowel voor zich zelf als voor hun nakomelingen, zijn uitgesloten alle kinderen, geboren uit een huwelijk aangegaan door een Koning buiten gemeen overleg met de Staten-Generaal, of door een man of vrouw, die de Kroon van de regerende Koning kan beërven, buiten bij de wet verleende toestemming.

Het aangaan van zodanig huwelijk heeft ten opzichte van het bezit van en de opvolging tot de Kroon hetzelfde gevolg als overlijden.

18: Verandering in de erfopvolging onder bijzondere omstandigheden

Wanneer vooruitzicht bestaat, dat geen bevoegde opvolger naar de Grondwet aanwezig zal zijn, kan deze worden benoemd bij een wet, waarvan het ontwerp door de Koning wordt voorgedragen.

De Staten-Generaal, daartoe in dubbelen getale bijeengeroepen, beraadslagen en besluiten daarover in verenigde vergadering.

19: Troonopvolging bij ontbreken bevoegde opvolger na overlijden Koning

Wanneer bij overlijden des Konings geen bevoegde opvolger naar de Grondwet bestaat, worden de Staten-Generaal binnen vier maanden na het overlijden door de Raad van State in dubbelen getale bijeengeroepen, ten einde in verenigde vergadering een Koning te benoemen.

20: Bepalingen omtrent erfopvolging

Een Koning, ingevolge benoeming tot de Kroon geroepen, komt voor de erfopvolging in de plaats van Zijne Majesteit WILLEM FREDERIK, Prins van Oranje-Nassau.

21: Koning kan geen vreemde Kroon dragen; Regering zetelt binnen Rijksgrenzen

De Koning der Nederlanden kan geen vreemde Kroon dragen.

In geen geval kan de zetel der regering buiten het Rijk worden verplaatst.

21a: Lidmaatschap Koninklijk Huis

De wet regelt, wie lid is van het Koninklijk Huis.