Europese Commissie en Raad beantwoorden vragen Europees Parlement
Mensenrechten, het Vrouwenhandvest en de wereld van spelersagenten, waren onderwerpen waarover door de leden vragen werden gesteld aan de Commissie i en de Raad i. Deze 'mondelinge vragen', worden vooraf ingediend en vervolgens in de plenaire vergadering rechtstreeks gesteld aan de betreffende Commissaris en/of minister van het land dat voorzitter van de EU i is. Aan het daaropvolgende debat kan elk parlementslid deelnemen. Lees verder over de gestelde vragen en antwoorden van afgelopen week.
Othmar Karas i (Europese Volkspartij i) en Sharon Bowles i (ALDE- fractie) vroegen namens de Commissie economische en monetaire zaken i naar plannen van de Europese Commissie i om het toezicht op de statistieken die door de lidstaten worden verstrekt, te verbeteren en om Eurostat i extra bevoegdheden te geven om de lidstaten i te controleren.
De commissaris i voor Economische en monetaire zaken, Olli Rehn, gaf als antwoord dat "nauwkeurige gegevens één van de hoekstenen van een efficiënte en goed werkende Monetaire Unie zijn". Hij herinnerde eraan dat er wetgeving in de maak is over verhoogde controlebevoegdheden van Eurostat en sprak over directe versterking van het personeel en meer bezoeken aan de lidstaten.
Nikolaos Chountis i en Jürgen Klute i vroegen namens de GUE/NGL i-Fractie de Commissie om een mening over het opzetten van een openbaar Europees ratingbureau en Udo Bullmann i, namens de S&D-Fractie i, Jean-Paul Gauzès i namens de Europese Volkspartij en Sylvie Goulard (namens de ALDE-fractie) stelden vragen over de 'vrijheid' die wordt gegeven aan de ratingbureaus om de kredietwaardigheid van de economieën van de lidstaten te toetsen.
De bevoegde Commissaris voor Mededinging, Michel Barnier, zei dat mededinging en hoge transparantie essentieel zijn voor de manier waarop de ratingbureaus werken. De ratingbureaus hebben niet altijd op de beste manier gewerkt "met soms ongelukkige gevolgen". Hij was het eens met de leden die de kwestie van belangenverstrengeling opwierpen dat dit "inherent" is aan hoe ratingbureaus werken. Hij riep op tot maatregelen om de concurrentie tussen ratingbureaus te verhogen en verklaarde zich persoonlijk voorstander van een Europees ratingbureau.
Zita Gurmai i en Britta Thomsen i (S&D), Ilda Figueiredo i en Eva-Britt Svensson i (GUE/NGL, PT) Antonyia Parvanova i (ALDE) en Marije Cornelissen i (De Groenen i) vroegen namens hun fracties wat de Commissie van plan is te doen aan het betrekken van de overige EU-instellingen i, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden bij het Vrouwenhandvest en hoe de inhoud hiervan kan worden vertaald in meetbare doelstellingen en duidelijke streefcijfers.
Viviane Reding, de bevoegde Commissaris voor Justitie, grondrechten en burgerschap zei: "De enige manier waarop onze maatschappij voortgang kan boeken is door gendegelijkheid te hebben." Zij noemde het vrouwenhandvest een politieke verplichting van de Commissieleden om gelijkheid te bevorderen. Reding is verder voorstander van een jaarlijkse vergadering van de drie grote instellingen om de voortgang te evalueren. Zij noemde drie belangrijke prioriteiten: bestrijding van geweld, stopzetting van genitale verminking en verhoogde vrouwelijke participatie in besluitvorming.
Doris Pack i (Europese Volkspartij) vroeg namens de commissie Cultuur en onderwijs in het kader van de rol van spelersagenten en beschuldigingen van het witwassen van geld en belastingontduiking welke instrumenten de EU tot haar beschikking heeft om dit te stoppen.
De Commissaris voor Onderwijs, Cultuur, Meertaligheid en Jeugdzaken, Androulla Vassiliou, gaf als antwoord dat "Actie op EU-niveau wenselijk is," want hiermee kunnen de inspanningen van de lidstaten worden gecoördineerd om een geharmoniseerde benadering van agenten te verzekeren.
Gabriele Albertini i (Europese Volkspartij) namens de commissie Buitenlandse Zaken en Vital Moreira i (S&D-fractie) namens de commissie internationale handel refereerden aan een verslag van Amnesty International over de voortdurende uitvoer van martelwerktuigen ondanks de regelgeving uit 2006 waarin uitvoer van dergelijke goederen wordt verboden.
Catherine Ashton, Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid i, zei hierover dat "Tekortkomingen in implementatie moeten en kunnen worden aangepakt". Zij vertelde de leden dat Amnesty International en de Omega Research Foundation, die het verslag samen opstelden, later deze maand zullen worden uitgenodigd om hun bevindingen aan de lidstaten te presenteren.
REF. : 20100611STO75908