Europese Rekenkamer over Douaneregeling 42
Douaneregeling 42 is een mechanisme waarmee importeurs in de EU btw-vrijstelling kunnen verkrijgen. De regeling wordt toegepast wanneer goederen ingevoerd van buiten de EU van de ene lidstaat naar een andere lidstaat worden doorgevoerd. In dergelijke gevallen dient de btw te worden afgedragen in het laatste land - de lidstaat van bestemming. Er bestaat een risico dat goederen in de lidstaat van invoer blijven zonder dat btw wordt afgedragen. Goederen zouden ook in de lidstaat van bestemming kunnen worden verbruikt zonder dat daar btw wordt geheven.
Deze doelmatigheidscontrole van de Europese Rekenkamer (ERK) beoordeelde of er een deugdelijk regelgevingskader bestaat voor de strijd tegen btw-ontwijking onder douaneregeling 42. Er werd een controlemodel ontworpen om te onderzoeken of er sprake is van deugdelijk beheer van deze btw-vrijstelling in de zeven gecontroleerde lidstaten van invoer (België, Denemarken, Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, Slovenië en Zweden). De Rekenkamer vroeg ook aan de 21 lidstaten van bestemming om te onderzoeken of er inderdaad btw was geheven over de vervoerde goederen uit de steekproef.
De ERK constateerde dat de toepassing van douaneregeling 42 heeft geleid tot aanzienlijke verliezen voor de nationale begrotingen. Op basis van de resultaten van de steekproef is het geëxtrapoleerde bedrag aan verliezen in 2009 circa 2200 miljoen euro. Dit komt overeen met 29 % van de btw die in 2009 theoretisch geheven zou kunnen worden over het belastbare bedrag van alle onder douaneregeling 42 ingevoerde goederen in de zeven geselecteerde lidstaten. Van de verliezen in 2009, werd 1800 miljoen euro geleden in de zeven lidstaten van invoer uit de controle en 400 miljoen in de 21 lidstaten van bestemming van de ingevoerde goederen uit de steekproef.
De ERK constateerde dat de Commissie enkele voorstellen heeft gedaan ter verbetering van het regelgevingskader van de EU. Toch moet er nog meer worden gedaan. Het regelgevingskader waarborgt niet dat deze btw-vrijstelling op uniforme wijze wordt beheerd door de douaneautoriteiten. Het waarborgt evenmin dat de informatie betreffende deze transacties altijd wordt overgedragen aan de belastingdiensten in de lidstaten van bestemming. Al deze tekortkomingen kunnen door oplichters worden misbruikt.
De Rekenkamer constateerde dat de controle in de lidstaten eveneens ontoereikend was. De lidstaten waarborgen niet dat wordt voldaan aan de vrijstellingsvoorwaarden. Essentiële informatie wordt niet bekendgemaakt aan belastingdiensten om te waarborgen dat uiteindelijk btw wordt betaald. Bovendien maken de belastingdiensten niet optimaal gebruik van de mogelijkheden die de beschikbare informatie hen biedt om btw-ontwijking te voorkomen. Ten slotte was er geen overeenkomst om importeurs hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor het niet melden van informatie over dergelijke transacties binnen de Unie.
ERK beveelt de Commissie aan de volgende maatregelen te nemen:
-
-wijzigen van de uitvoeringsbepalingen van het douanewetboek om een uniforme uitwisseling van de volledige btw-informatie voor elk voorgenomen vervoer mogelijk te maken;
-
-importeurs zouden hoofdelijk aansprakelijk gesteld moeten worden voor btw-verliezen in de lidstaat van bestemming indien ze geen btw-verklaring inleveren;
-
-de elektronische inklaringssystemen van de lidstaten zouden een automatische verificatie van de geldigheid van de btw-identificatienummers moeten uitvoeren;
-
-een gemeenschappelijk EU-risicoprofiel opstellen voor deze importen; en
-
-wetgeving zou aangepast moeten worden om de uitwisseling van informatie noodzakelijk voor de juiste btw-heffing in de lidstaat van bestemming.
Er kan worden geconcludeerd dat met douaneregeling 42 de btw-ontwijking niet wordt voorkomen dan wel ontdekt.