Artikel 107: Codificatie; bestuursrecht

106
Artikel 107
108
  • 1. 
    De wet regelt het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht in algemene wetboeken, behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten.
  • 2. 
    De wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast.

In andere talen:

English "English"
Français "Français"
Deutsch "Deutsch"
Español "Español"

Inhoudsopgave van deze pagina:

2.

Formele toelichting

Volgens artikel 107 moeten het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht in beginsel in algemene wetboeken worden geregeld. Dat zijn het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Wetboek van Strafvordering.

Het tweede lid van dit artikel draagt de wetgever op algemene regels van bestuursrecht vast te stellen. Deze regels zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht.

3.

In eenvoudig Nederlands

  • 1. 
    Alle wetten van het burgerlijk recht, het strafrecht, het burgerlijk en strafprocesrecht en alle andere wetten gelden voor heel Nederland.
  • 2. 
    In de wet staan regels over hoe de overheid ons land bestuurt.

Uitleg

Dit artikel van de Grondwet zegt dat het recht overal in Nederland hetzelfde is. Tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden mocht elke provincie nog zelf wetten maken. Bij het maken van de Grondwet van 1814 wilde de regering dat niet meer. Daarom staat vanaf 1814 in de Grondwet dat onze wetten overal in Nederland hetzelfde zijn.

In het tweede punt van dit artikel staat dat er een wet is waarin staat hoe de overheid Nederland bestuurt. Dit is de Algemene wet bestuursrecht. Hierin staan regels over hoe de overheid ons land moet besturen. Dat burgers soms mee mogen praten over het bestuur van het land (inspraak). Dat je als burger soms ook mag zeggen dat je het niet eens bent met het bestuur (bezwaar). En dat de rechter soms beoordeelt of de overheid zich aan de wet houdt.

4.

Ontwikkeling artikel

1798

Er zal een Wetboek gemaakt worden, zoo wel van Burgerlijke, als van Lijfstraflijke Wetten, te gelijk met de wijze van Regtsvordering, op gronden, door de Staatsregeling verzekerd, en algemeen voor de gantsche Republiek.

Deszelfs invoering zal zijn, uiterlijk binnen twee jaaren na de invoering der Staatsregeling.

1801

Het Staats-Bewind zorgt, dat een algemeen Civiel en Crimineel Wetboek, na dat op de daar van gemaakte ontwerpen de consideratiën van het Nationaal Gerechtshof zullen zyn ingenomen, ten spoedigsten aan het Wetgevend Lichaam ter bekrachtiging worde aangeboden.

1814

Er zal worden ingevoerd een algemeen Wetboek van burgerlijk regt, lijfstraffelijk regt, van den koophandel, en van de zamenstelling der regterlijke magt en de manier van procederen.

1815: art 163, 1840: art 161, 1848: art 146
1887

Het burgerlijk en handelsregt, het burgerlijk en militair strafregt, de regtspleging en de inrichting der regterlijke macht worden bij de wet geregeld in algemeene wetboeken, behoudens de bevoegdheid der wetgevende macht om enkele onderwerpen in afzonderlijke wetten te regelen.

1917: art 150, 1922: art 151, 1938: art 157, 1948: art 157, 1953: art 164, 1956: art 164, 1963: art 164, 1972: art 164
1983
  • 1. 
    De wet regelt het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht in algemene wetboeken, behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten.
  • 2. 
    De wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast.
1987: art 107, 1995: art 107, 1999: art 107, 2000: art 107, 2002: art 107, 2005: art 107, 2006: art 107, 2008: art 107, 2017: art 107, 2018: art 107, 2022: art 107