Artikel 163: Algemene wetboeken

162
Artikel 163
164

Er zal worden ingevoerd een algemeen wetboek van burgerlijk regt, van koophandel, van lijfstraffelijk regt, van de zamenstelling der regterlijke magt, en van de manier van procederen.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Staatsblad

De gronden tot opbouw der regterlijke verordeningen in de eerste grondwet gelegd, waren grootendeels overeenkomstig met de oude Hollandsche instellingen en weken niet wezenlijk van die der Belgische provinciën af. Wij hebben dezelve behouden.

Tot beslissing van burgelijke zaken bestaan er regtbanken van eersten aanleg naar het meeste gerijf der twistende partijen geplaatst (art 134 [165]). Een hof van hooger beroep spreekt regt over een of meer provinciën, (art. 182).

Een opperste geregtshof heeft het toezigt over de handelingen van alle regterlijke kollegiën, en is bekleed met zodanig gezag als de wet aan hetzelve nader zal toekennen (art. 180).

De vervolging en bestraffing der misdaden is in elk regtsgebied toebetrouwd aan regters, die ook in burgerlijke geschillen uitspraak doen, en alzoo matigt deze hunne dubbele betrekking eene te groote helling tot strengheid, welke door eene uitsluitende oefening van het strafregt welligt bij hen zoude kunnen geboren worden.

Een hoog militair geregtshof uit regtsgeleerden en krijgslieden zamengesteld, bestemd om de vonnissen der krijgsraden nategaan, en zelve de regtsmagt door de wet aan hetzelve toetekennen te beoefenen, terwijl zeer belangrijke bedenkingen ons hebben doen besluiten, de kennisneming van alle misdaden door het krijgsvolk begaan aan die regtbank optedragen (art. 186).

Voorts zullen de bepalingen van bet burgerlijk en lijfstraffelijk regt, van de regten des koophandels en bet beleid en het zamenstel van bet justitiewezen, voor het geheele Rijk in algemeene wetboeken vervat worden (art. 163).

De onafhankelijkheid der regters is gewaarborgd; zij worden op eenen vasten en wettelijken voet bezoldigd, door den Koning benoemd, en wel de meesten hunner voor hun leven, op voordragt der Provinciale Staten, of van de tweede kamer der Staten-Generaal (art. 126 [113?], 182 en 183). Zie daar, Sire! de gronden van een stelsel 't welk door Uwe Majesteit overwogen, en door de Staten-Generaal aangenomen, eene nieuwe weldaad voor dit volk wezen zal.

2.

Ontwikkeling artikel

1798

Er zal een Wetboek gemaakt worden, zoo wel van Burgerlijke, als van Lijfstraflijke Wetten, te gelijk met de wijze van Regtsvordering, op gronden, door de Staatsregeling verzekerd, en algemeen voor de gantsche Republiek.

Deszelfs invoering i zal zijn, uiterlijk binnen twee jaaren na de invoering der Staatsregeling.

1801

Het Staats-Bewind zorgt, dat een algemeen Civiel en Crimineel Wetboek, na dat op de daar van gemaakte ontwerpen de consideratiën van het Nationaal Gerechtshof zullen zyn ingenomen, ten spoedigsten aan het Wetgevend Lichaam ter bekrachtiging worde aangeboden.

1814

Er zal worden ingevoerd een algemeen Wetboek van burgerlijk regt, lijfstraffelijk regt, van den koophandel, en van de zamenstelling der regterlijke magt en de manier van procederen.

1815: art 163, 1840: art 161, 1848: art 146
1887

Het burgerlijk en handelsregt, het burgerlijk en militair strafregt, de regtspleging en de inrichting der regterlijke macht worden bij de wet geregeld in algemeene wetboeken, behoudens de bevoegdheid der wetgevende macht om enkele onderwerpen in afzonderlijke wetten te regelen.

1917: art 150, 1922: art 151, 1938: art 157, 1948: art 157, 1953: art 164, 1956: art 164, 1963: art 164, 1972: art 164
1983
  • 1. 
    De wet regelt het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht in algemene wetboeken, behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten.
  • 2. 
    De wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast.
1987: art 107, 1995: art 107, 1999: art 107, 2000: art 107, 2002: art 107, 2005: art 107, 2006: art 107, 2008: art 107, 2017: art 107, 2018: art 107, 2022: art 107