Artikel III-241: Reglement

III-240
Artikel III-241
III-242

Ieder lid van de Raad kan slechts door één ander lid worden gemachtigd om name ns hem te stemmen.

Voor de besluiten van de Raad waarvoor een gewone meerderheid is vereist, besluit de Raad met een meerderheid van zijn leden.

Onthouding van stemming door aanwezige of vertegenwoordigde leden vormt geen beletsel voor het aannemen der besluiten van de Raad waarvoor eenparigheid van stemmen is vereist.

1.

Ontwikkeling artikel

2003

Ieder lid van de Raad kan slechts door één ander lid worden gemachtigd om name ns hem te stemmen.

Voor de besluiten van de Raad waarvoor een gewone meerderheid is vereist, besluit de Raad met een meerderheid van zijn leden.

Onthouding van stemming door aanwezige of vertegenwoordigde leden vormt geen beletsel voor het aannemen der besluiten van de Raad waarvoor eenparigheid van stemmen is vereist.

2003
  • 1. 
    Ieder lid van de Raad van Ministers kan slechts door één ander lid worden gemachtigd om namens hem te stemmen.
  • 2. 
    Wanneer in de Raad van Ministers bij gewone meerderheid wordt besloten, besluit de Raad met een meerderheid van de stemmen van zijn leden.
  • 3. 
    Onthouding van stemming door aanwezige of vertegenwoordigde leden vormt geen beletsel voor de vaststelling van besluiten van de Raad van Ministers waarvoor eenparigheid van stemmen is vereist.
2003
  • 1. 
    Ieder lid van de Raad kan slechts door één ander lid worden gemachtigd om namens hem te stemmen.
  • 2. 
    Wanneer voor besluiten in de Raad een gewone meerderheid vereist is, besluit de Raad met een meerderheid van de stemmen van zijn leden.
  • 3. 
    Onthouding van stemming door aanwezige of vertegenwoordigde leden vormt geen beletsel voor de vaststelling van besluiten van de Raad waarvoor eenparigheid van stemmen is vereist.
2004
  • 1. 
    Ieder lid van de Raad kan slechts door één ander lid worden gemachtigd om namens hem te stemmen.
  • 2. 
    Voor de beslissingen van de Raad waarvoor een gewone meerderheid vereist is, besluit de Raad bij meerderheid van zijn leden.
  • 3. 
    Onthouding van stemming door aanwezige of vertegenwoordigde leden vormt geen beletsel voor de vaststelling van beslissingen van de Raad waarvoor eenparigheid van stemmen is vereist.