Artikel II-2: Het recht op leven

II-1
Artikel II-2
II-3
  • 1. 
    Eenieder heeft recht op leven.
  • 2. 
    Niemand wordt tot de doodstraf veroordeeld of terechtgesteld.

Toelichting

  • 1. 
    Lid 1 van dit artikel is gebaseerd op artikel 2, lid 1, eerste zin, van het EVRM, die als volgt luidt:

    "1. Het recht van eenieder op leven wordt beschermd door de wet...".

  • 2. 
    De tweede zin van deze bepaling, die over de doodstraf gaat, is vervallen als gevolg van de inwerkingtreding van het Zesde Protocol bij het EVRM. Artikel 1 daarvan luidt als volgt:

    "De doodstraf is afgeschaft. Niemand wordt tot een dergelijke straf veroordeeld of terechtgesteld."

    Artikel 2, lid 2, van het Handvest is opgesteld op basis van laatstgenoemde bepaling.

  • 3. 
    De bepalingen van artikel 2 van het Handvest corresponderen met die van voornoemde artikelen van het EVRM en van het aanvullend Protocol. Overeenkomstig artikel 52, lid 3, van het Handvest hebben zij dezelfde inhoud en reikwijdte. Derhalve moeten de "negatieve" definities die in het EVRM staan, worden geacht eveneens in het Handvest te staan:
    • a) 
      artikel 2, lid 2, van het EVRM:

      "De beroving van het leven wordt niet geacht in strijd met dit artikel te zijn geschied ingeval zij het gevolg is van het gebruik van geweld, dat absoluut noodzakelijk is:

      • a) 
        ter verdediging van wie dan ook tegen onrechtmatig geweld;
      • b) 
        teneinde een rechtmatige arrestatie te bewerkstelligen of het ontsnappen van iemand die op rechtmatige wijze is gedetineerd, te voorkomen;
      • c) 
        teneinde in overeenstemming met de wet een oproer of opstand te onderdrukken.".
    • b) 
      artikel 2 van het Zesde Protocol bij het EVRM:

    "Een staat kan bepalingen in zijn wetgeving opnemen waarin is voorzien in de doodstraf voor feiten, begaan in tijd van oorlog of onmiddellijke oorlogsdreiging; een dergelijke straf wordt alleen ten uitvoer gelegd in de gevallen die zijn neergelegd in de wet, en in overeenstemming met de bepalingen daarvan ...".

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Ontwikkeling artikel

1994

Eenieder heeft recht op leven, eerbiediging van zijn fysieke integriteit, vrijheid en veiligheid. Niemand mag ter dood worden veroordeeld of worden blootgesteld aan martelingen, onmenselijke of vernederende straffen of behandelingen.

2003
  • 1. 
    Eenieder heeft recht op leven.
  • 2. 
    Niemand wordt tot de doodstraf veroordeeld of terechtgesteld.

2.

Toelichting

  • 1. 
    Lid 1 van dit artikel is gebaseerd op artikel 2, lid 1, eerste zin, van het EVRM, die als volgt luidt:

    "1. Het recht van eenieder op leven wordt beschermd door de wet...".

  • 2. 
    De tweede zin van deze bepaling, die over de doodstraf gaat, is vervallen als gevolg van de inwerkingtreding van het Zesde Protocol bij het EVRM. Artikel 1 daarvan luidt als volgt:

    "De doodstraf is afgeschaft. Niemand wordt tot een dergelijke straf veroordeeld of terechtgesteld."

    Artikel 2, lid 2, van het Handvest is opgesteld op basis van laatstgenoemde bepaling.

  • 3. 
    De bepalingen van artikel 2 van het Handvest corresponderen met die van voornoemde artikelen van het EVRM en van het aanvullend Protocol. Overeenkomstig artikel 52, lid 3, van het Handvest hebben zij dezelfde inhoud en reikwijdte. Derhalve moeten de "negatieve" definities die in het EVRM staan, worden geacht eveneens in het Handvest te staan:
    • a) 
      artikel 2, lid 2, van het EVRM:

      "De beroving van het leven wordt niet geacht in strijd met dit artikel te zijn geschied ingeval zij het gevolg is van het gebruik van geweld, dat absoluut noodzakelijk is:

      • a) 
        ter verdediging van wie dan ook tegen onrechtmatig geweld;
      • b) 
        teneinde een rechtmatige arrestatie te bewerkstelligen of het ontsnappen van iemand die op rechtmatige wijze is gedetineerd, te voorkomen;
      • c) 
        teneinde in overeenstemming met de wet een oproer of opstand te onderdrukken.".
    • b) 
      artikel 2 van het Zesde Protocol bij het EVRM:

      "Een staat kan bepalingen in zijn wetgeving opnemen waarin is voorzien in de doodstraf voor feiten, begaan in tijd van oorlog of onmiddellijke oorlogsdreiging; een dergelijke straf wordt alleen ten uitvoer gelegd in de gevallen die zijn neergelegd in de wet, en in overeenstemming met de bepalingen daarvan ...".

2003
  • 1. 
    Eenieder heeft recht op leven.
  • 2. 
    Niemand wordt tot de doodstraf veroordeeld of terechtgesteld.
2003
  • 1. 
    Eenieder heeft recht op leven.
  • 2. 
    Niemand wordt tot de doodstraf veroordeeld of terechtgesteld.

Toelichting

  • 1. 
    Lid 1 van dit artikel is gebaseerd op artikel 2, lid 1, eerste zin, van het EVRM, die als volgt luidt:

    "1. Het recht van eenieder op leven wordt beschermd door de wet...".

  • 2. 
    De tweede zin van deze bepaling, die over de doodstraf gaat, is vervallen als gevolg van de inwerkingtreding van het Zesde Protocol bij het EVRM. Artikel 1 daarvan luidt als volgt:

    "De doodstraf is afgeschaft. Niemand wordt tot een dergelijke straf veroordeeld of terechtgesteld."

    Artikel 2, lid 2, van het Handvest is opgesteld op basis van laatstgenoemde bepaling.

  • 3. 
    De bepalingen van artikel 2 van het Handvest corresponderen met die van voornoemde artikelen van het EVRM en van het aanvullend Protocol. Overeenkomstig artikel 52, lid 3, van het Handvest hebben zij dezelfde inhoud en reikwijdte. Derhalve moeten de "negatieve" definities die in het EVRM staan, worden geacht eveneens in het Handvest te staan:
    • a) 
      artikel 2, lid 2, van het EVRM:

      "De beroving van het leven wordt niet geacht in strijd met dit artikel te zijn geschied ingeval zij het gevolg is van het gebruik van geweld, dat absoluut noodzakelijk is:

      • a) 
        ter verdediging van wie dan ook tegen onrechtmatig geweld;
      • b) 
        teneinde een rechtmatige arrestatie te bewerkstelligen of het ontsnappen van iemand die op rechtmatige wijze is gedetineerd, te voorkomen;
      • c) 
        teneinde in overeenstemming met de wet een oproer of opstand te onderdrukken.".
    • b) 
      artikel 2 van het Zesde Protocol bij het EVRM:

    "Een staat kan bepalingen in zijn wetgeving opnemen waarin is voorzien in de doodstraf voor feiten, begaan in tijd van oorlog of onmiddellijke oorlogsdreiging; een dergelijke straf wordt alleen ten uitvoer gelegd in de gevallen die zijn neergelegd in de wet, en in overeenstemming met de bepalingen daarvan ...".

2004
  • 1. 
    Eenieder heeft recht op leven.
  • 2. 
    Niemand wordt tot de doodstraf veroordeeld of terechtgesteld.