Artikel I-43: Solidariteitsclausule

I-42
Artikel I-43
I-44
  • 1. 
    De Unie en de lidstaten treden uit solidariteit gezamenlijk op indien een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, waaronder de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:
    • a) 
      • de dreiging van het terrorisme op het grondgebied van de lidstaten te keren;
      • de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen een eventuele terroristische aanval te beschermen;
      • op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een terroristische aanval;
    • b) 
      op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een natuurramp of van een door de mens veroorzaakte ramp.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Nieuw in het Grondwettelijk Verdrag is de solidariteitsclausule (artikel I-43), waarin staat dat aan een lidstaat die wordt getroffen door een terroristische aanval, een natuurramp of een door mensen veroorzaakte ramp, op verzoek van de politieke autoriteiten van die lidstaat, door de andere lidstaten op diens grondgebied bijstand zal worden verleend (Zie ook Verklaring 9).

De modaliteiten voor de toepassing van de clausule zijn uitgewerkt in artikel III-329 i. De solidariteitsclausule kan verder uitgewerkt worden bij Europese wet. De Europese Raad van maart 2004 i besloot naar aanleiding van de terroristische aanslagen in Madrid de solidariteitsclausule reeds politiek te bevestigen.

2.

Toelichting Belgische regering

Naast de clausule voor bijstand in geval van een gewapende aanval (artikel I-41, lid 7 i), bepaalt de Grondwet in artikel I-43 een specifieke solidariteitsclausule die van toepassing is in geval van een terroristische aanval of dreiging, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp. Deze clausules vormen een belangrijke vernieuwing die getuigt van de solidariteit die de lidstaten van de Unie verenigt.

De Unie moet in dergelijke omstandigheden alle instrumenten gebruiken waarover zij beschikt, met inbegrip van de militaire middelen die de lidstaten ter beschikking stellen van de Unie om de lidstaat die daarom verzoekt bij te staan.

De voorwaarden waaronder deze clausule in werking kan worden gesteld, worden beschreven in artikel III-329.

Overigens werd op de IGC i een verklaring gehecht aan het verdrag, waarin wordt gepreciseerd dat deze clausule geen afbreuk doet aan het recht van de lidstaten om de meest aangewezen middelen te kiezen om aan hun solidariteitsverplichting te voldoen.

3.

Ontwikkeling artikel

2003

Krachtens het solidariteitsbeginsel maakt de Unie van alle tot haar beschikking staande instrumenten, met inbegrip van militaire middelen, gebruik om:

  • de dreiging van het terrorisme te keren;
  • de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen eventuele terroristische aanval te beschermen;
  • op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand verlenen in geval van een terroristische aanval.

De nadere bijzonderheden betreffende de uitvoering van deze bepaling staan in artikel X i van deel II, titel B, van de Grondwet.

4.

Commentaar

De Werkgroep defensie heeft de opneming in de Grondwet van een solidariteitsclausule aanbevolen. Gelet op het fundamentele en constitutionele karakter van de clausule is zij in deel I van de Grondwet ondergebracht. De clausule heeft echter tevens een horizontale strekking, die het mogelijk maakt een beroep te doen op de verschillende middelen van de Unie (zowel nationale militaire middelen als de instrumenten van de Unie). Daarom is aan de clausule een afzonderlijk artikel in titel V van deel I van de Grondwet gewijd.

Deze clausule zou in werking treden in geval van een terroristische dreiging of aanval. In haar aanbevelingen heeft Werkgroep VIII gespecificeerd dat het daarbij moet gaan om terrorisme door entiteiten die geen staten zijn. Gezien het feit dat een aanval vanuit een derde land, zelfs als daartoe een "terroristische" techniek zou worden aangewend, "agressie" zou betekenen, en tevens gezien het feit dat de solidariteitsclausule wanneer een gevaarlijke situatie zich aandient, onmiddellijk operationeel moet zijn, achtte het praesidium het wenselijk de huidige formulering voor te stellen.

De Werkgroep defensie heeft aanbevolen om het toepassingsgebied van deze clausule uit te breiden tot door de mens veroorzaakte rampen en natuurrampen. Artikel 15, lid 2, van de Grondwet bepaalt evenwel dat "bescherming tegen rampen" tot de gebieden voor ondersteunend optreden behoort.

P.M. artikel 15, lid 2, van de Grondwet:

"2. De gebieden voor ondersteunend optreden zijn:

  • werkgelegenheid,
  • industrie,
  • onderwijs, beroepsopleiding en jongeren,
  • cultuur,
  • sport,
  • bescherming tegen rampen."

Aangezien er thans geen rechtsgrondslag bestaat voor de bescherming tegen rampen, moet daarin worden voorzien in deel II van de Grondwet. In die rechtsgrondslag kan tevens worden gespecificeerd dat een beroep kan worden gedaan op militaire middelen ter ondersteuning van de civiele bescherming.

2003
  • 1. 
    De Unie en haar lidstaten treden solidair tezamen op als een lidstaat slachtoffer is van een terreuraanslag, natuurramp of ramp ten gevolge van menselijk optreden. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, met inbegrip van de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:
    • a) 
      • de dreiging van het terrorisme op het grondgebied van de lidstaten te keren;
      • de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen eventuele terroristische aanval te beschermen;
      • op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand verlenen in geval van een terroristische aanval;
    • b) 
      • op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand verlenen in geval van een ramp.
2003
  • 1. 
    De Unie en de lidstaten treden solidair tezamen op indien een lidstaat slachtoffer is van een terreuraanslag, van een natuurramp of van een ramp veroorzaakt door menselijk optreden. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, waaronder de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:

    (a) - de dreiging van het terrorisme op het grondgebied van de lidstaten te keren;

    • de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen een eventuele terroristische aanval te beschermen;
    • op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een terroristische aanval;

    (b) - op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een ramp.

  • 2. 
    De nadere bijzonderheden betreffende de uitvoering van deze bepaling staan in artikel III-231 i.
2003
  • 1. 
    De Unie en de lidstaten treden solidair tezamen op indien een lidstaat slachtoffer is van een terreuraanslag, van een natuurramp of van een ramp veroorzaakt door menselijk optreden. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, waaronder de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:

    (a) - de dreiging van het terrorisme op het grondgebied van de lidstaten te keren;

    • de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen een eventuele terroristische aanval te beschermen;
    • op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een terroristische aanval;

    (b) - op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een natuurramp of van een ramp veroorzaakt door menselijk optreden.

 

Verklaring van de Conferentie over artikel I-42 en artikel III-231 van de Grondwet

Onverminderd de maatregelen die de Unie heeft aangenomen om te voldoen aan haar solidariteitsverplichting jegens een lidstaat die getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een ramp ten gevolge van menselijk optreden, doen de bepalingen van artikel I-42 en artikel III-231 van de Grondwet geen afbreuk aan het recht van een andere lidstaat de geschiktste middelen te kiezen om aan zijn solidariteitsverplichting jegens die lidstaat te voldoen.

2004
  • 1. 
    De Unie en de lidstaten treden uit solidariteit gezamenlijk op indien een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp. De Unie maakt van alle tot haar beschikking staande instrumenten, waaronder de door de lidstaten ter beschikking gestelde militaire middelen, gebruik om:
    • a) 
      • de dreiging van het terrorisme op het grondgebied van de lidstaten te keren;
      • de democratische instellingen en de burgerbevolking tegen een eventuele terroristische aanval te beschermen;
      • op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een terroristische aanval;
    • b) 
      op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat op diens grondgebied bijstand te verlenen in geval van een natuurramp of van een door de mens veroorzaakte ramp.