Artikel IV-438: Rechtsopvolging en rechtscontinuïteit

IV-437
Artikel IV-438
IV-439
  • 2. 
    Behoudens artikel IV-439 i blijven de op de datum van inwerkingtreding van dit verdrag bestaande instellingen, organen en instanties, in de samenstelling die zij op die datum hebben, hun bevoegdheden als bedoeld in dit verdrag uitoefenen zolang er geen nieuwe bepalingen ter uitvoering van dit verdrag zijn vastgesteld of tot het einde van hun mandaat.
  • 3. 
    De handelingen van de instellingen, organen en instanties die zijn vastgesteld op grond van de bij artikel IV-437 i ingetrokken verdragen en akten blijven van kracht. De rechtsgevolgen ervan worden gehandhaafd zolang deze handelingen niet krachtens dit verdrag zijn ingetrokken, nietig verklaard of gewijzigd. Dit geldt ook voor de tussen lidstaten op grond van de bij artikel IV-437 ingetrokken verdragen en akten gesloten overeenkomsten.

    De overige onderdelen van het op de datum van inwerkingtreding van dit verdrag bestaande acquis van de Gemeenschap en van de Unie, met name de interinstitutionele akkoorden, de besluiten en akkoorden die overeengekomen zijn door de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de door de lidstaten gesloten overeenkomsten die de werking van de Unie of van de Gemeenschap betreffen of die verband houden met het optreden van de Unie of de Gemeenschap, de verklaringen, inclusief die welke in het kader van intergouvernementele conferenties zijn afgelegd, alsmede de resoluties en overige standpunten van de Europese Raad of van de Raad, en die betreffende de Unie of de Gemeenschap die in onderlinge overeenstemming door de lidstaten zijn aangenomen, blijven eveneens gehandhaafd zolang zij niet zijn ingetrokken of gewijzigd.

  • 4. 
    De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en van het Gerecht van eerste aanleg betreffende de uitlegging en de toepassing van de bij artikel IV-437 i ingetrokken verdragen en akten, alsmede van de handelingen en overeenkomsten die met het oog op de toepassing ervan zijn vastgesteld, blijft mutatis mutandis de bron voor de uitlegging van het recht van de Unie en met name van de overeenkomstige bepalingen van de Grondwet.
  • 5. 
    De continuïteit van de administratieve en gerechtelijke procedures die zijn ingeleid vóór de datum van inwerkingtreding van dit verdrag, wordt gewaarborgd met inachtneming van de Grondwet. De instellingen, organen en instanties die voor deze procedures verantwoordelijk zijn, nemen daartoe alle dienstige maatregelen.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Dit artikel bevat de overgangsbepalingen ten aanzien van de samenstelling van de instellingen en het secundaire EG- en Unierecht. Ingevolge deze bepaling is de bij het Grondwettelijk Verdrag opgerichte Europese Unie de rechtsopvolger van de Europese Gemeenschap en de in 1992 opgerichte Europese Unie. De juridische continuïteit tussen de rechtsordes van de voormalige Unie en de Europese Gemeenschap en de nieuwe Unie wordt gewaarborgd door de leden 2 tot en met 5 van artikel IV-438.

Het tweede lid regelt de continuïteit van de instellingen, organen en instanties. Zij blijven op het moment van inwerkingtreding van het Grondwettelijk Verdrag in de dan bestaande samenstelling hun bevoegdheden uitoefenen totdat ter zake nieuwe besluiten in werking treden.

Het derde lid vormt de grondslag voor de continuïteit van de handelingen en akkoorden die op grond van het oude EU-Verdrag, het EG-Verdrag of de andere regelingen van primair recht zijn totstandgekomen.

De rechtsgevolgen ervan blijven gehandhaafd totdat die handelingen of akkoorden worden ingetrokken, gewijzigd of, eventueel, door het Hof van Justitie nietig worden verklaard.

De tweede alinea van dit lid bepaalt dat de overige delen van het acquis eveneens gehandhaafd blijven zolang zij niet worden gewijzigd of ingetrokken. Hiermee wordt gedoeld op besluiten van andere aard die buiten het bindende rechtsinstrumentarium van de oude Unie en Europese Gemeenschap vielen, zoals interinstitutionele akkoorden, overeenkomsten tussen lidstaten of hun vertegenwoordigers in de Raad bijeen, verklaringen en resoluties.

Deze alinea regelt ook de continuïteit van de verklaringen die zijn afgelegd in het kader van eerdere intergouvernementele conferenties. Die worden geacht hun waarde te behouden totdat ze worden ingetrokken of gewijzigd. Dit laatste kan ook impliciet gebeuren: aan een verklaring kan immers de grondslag komen te ontvallen door de inwerkingtreding van een andersluidend juridisch bindend besluit, of door een andersluidend niet-bindend besluit van latere datum over hetzelfde onderwerp.

De rechtspraak van het Hof van Justitie en van het Gerecht van eerste aanleg over de oude verdragen en secundaire besluiten blijft, aldus het vierde lid, mutatis mutandis als authentieke bron maatgevend voor de uitleg van de bepalingen van het recht van de nieuwe Unie.

Tot slot bepaalt het vijfde lid dat alle procedures van administratieve aard of van gerechtelijke aard die zijn ingeleid op het moment van inwerkingtreding van het Grondwettelijk Verdrag, moeten worden afgewikkeld met inachtneming van het Grondwettelijk Verdrag.

De instellingen en organen moeten daartoe alle dienstige maatregelen treffen. Het betreft hier slechts de procedurele voorschriften en bevoegdheden. Echter, voorzover deze procedures betrekking hebben op de uitleg en toepassing van het recht van de Unie en van de Europese Gemeenschap zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van het Grondwettelijk Verdrag zullen zij vanzelfsprekend naar de toenmalige stand van het recht moeten worden beslecht.

2.

Toelichting Belgische regering

De bij de Grondwet opgerichte Europese Unie volgt de Europese Gemeenschap en de Europese Unie op die bij de Verdragen ter oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie werden opgericht (artikel IV-438).

Maatregelen om de rechtscontinuïteit te verzekeren drongen zich dan ook op. Deze maatregelen staan in lid 2 tot lid 5 van artikel IV-438, waarin het volgende wordt bepaald :

  • De instellingen, organen en instanties beginnen hun nieuwe bevoegdheden uit te oefenen zodra de Grondwet in werking treedt. Ze behouden hun vroegere samenstelling tot het einde van hun mandaat of tot de goedkeuring van nieuwe bepalingen. Zo zal bijvoorbeeld het Europees Parlement zijn nieuwe bevoegdheden uitoefenen zodra de Grondwet in werking treedt, maar behoudt het tot in 2009 zijn huidige samenstelling, die het resultaat is van de verkiezingen van juni 2004.

Specifieke overgangsbepalingen betreffende het Europees Parlement, de definitie van gekwalificeerde meerderheid van stemmen, de samenstelling van de Commissie en de minister van Buitenlandse Zaken zijn opgenomen in het Protocol betreffende de overgangsbepalingen inzake de instellingen en organen van de Unie (infra).

  • Het afgeleide recht van de Unie en de andere elementen van het acquis van de Gemeenschap, zoals de verklaringen en resoluties, blijven van kracht en behouden dezelfde rechtsgevolgen zolang ze niet zijn ingetrokken of gewijzigd overeenkomstig de Grondwet.
  • De jurisprudentie van het Hof van Justitie en van het Gerecht van eerste aanleg blijft gelden als bron voor de uitlegging van het recht van de Unie, in het bijzonder van de bepalingen van de Grondwet die ermee overeenstemmen of die vergelijkbaar zijn met de ingetrokken bepalingen.
  • De administratieve en gerechtelijke procedures die lopende zijn op het moment dat de Grondwet in werking treedt, worden voortgezet met inachtneming van de Grondwet.

De rechtsopvolging zal geen gevolgen hebben voor het Euratomverdrag. De conventie i en de IGC i hadden immers niet voldoende tijd om dit Verdrag grondig te herzien. Het blijft dan ook van kracht, maar bepaalde institutionele en budgettaire bepalingen worden in een protocol gewijzigd, zodat ze binnen het nieuwe institutionele kader passen.

In een verklaring van Duitsland, Oostenrijk, Ierland, Zweden en Hongarije wordt een oproep gedaan om zo spoedig mogelijk een Intergouvernementele Conferentie op te starten om ook het Euratomverdrag ten gronde te herzien.

3.

Ontwikkeling artikel

2003

De Europese Unie treedt in de plaats van de Europese Gemeenschappen en de Unie voor alle rechten en verplichtingen daarvan, hetzij intern hetzij uit internationale overeenkomsten voortvloeiende, die vóór de inwerkingtreding van het constitutioneel verdrag ontstaan zijn krachtens eerdere verdragen, protocollen en akten, met inbegrip van alle activa en passiva van de Gemeenschappen en de Unie, alsmede hun archieven.

De bepalingen van de krachtens de in de eerste alinea genoemde verdragen en akten vastgestelde handelingen van de instellingen van de Unie blijven van kracht voorzover zij verenigbaar zijn met het constitutioneel verdrag. De jurisprudentie van het Hof van Justitie blijft gelden als bevoorrechte bron voor de uitlegging van het constitutioneel verdrag en van de vóór de inwerkingtreding daarvan vastgestelde handelingen.

4.

Toelichting

Deze bepaling dient voor de regeling van de opvolging van de nieuwe eenheid "Europese Unie" in de rechten en verplichtingen van de Europese Gemeenschap en de Europese Unie alsmede de handhaving van het op de datum van inwerkingtreding van het constitutioneel verdrag bestaande acquis (internationale overeenkomsten, secundair recht, rechtspraak, rechten en verplichtingen van derden) in de veronderstelling dat het constitutioneel verdrag door alle lidstaten wordt bekrachtigd.

Voorgesteld wordt het rechtsopvolgingsbeginsel in dit artikel vast te leggen en naar een protocol te verwijzen voor de opsomming van de nummers van de besluiten die door de nieuwe eenheid moeten worden overgenomen.

Gesuggereerd wordt dat de Conventie niet een dergelijk protocol opstelt, maar dat de Europese Raad erop wijst dat zulks vóór het einde van de Intergouvernementele Conferentie moet geschieden.

2003

De Europese Unie treedt in de plaats van de Europese Gemeenschappen en de Unie voor alle rechten en verplichtingen daarvan, hetzij intern hetzij uit internationale overeenkomsten voortvloeiende, die vóór de inwerkingtreding van het verdrag tot instelling van de Grondwet ontstaan zijn krachtens eerdere verdragen, protocollen en akten, met inbegrip van alle activa en passiva van de Gemeenschappen en de Unie, alsmede hun archieven.

De bepalingen van de krachtens de in de eerste alinea genoemde verdragen en akten vastgestelde handelingen van de instellingen van de Unie blijven van kracht volgens de voorwaarden van het aan het verdrag tot instelling van de Grondwet gehechte protocol ... . De jurisprudentie van het Hof van Justitie blijft gelden als bron voor de uitlegging van het recht van de Unie.

2003

De Europese Unie treedt in de plaats van de Europese Gemeenschap en de Unie voor alle rechten en verplichtingen daarvan, hetzij intern hetzij uit internationale overeenkomsten voortvloeiende, die vóór de inwerkingtreding van het verdrag tot instelling van de Grondwet ontstaan zijn krachtens eerdere verdragen, protocollen en akten, met inbegrip van alle activa en passiva van de Gemeenschap en de Unie, alsmede hun archieven.

De bepalingen van de krachtens de in de eerste alinea genoemde verdragen en akten vastgestelde handelingen van de instellingen van de Unie blijven van kracht volgens de voorwaarden van het aan het verdrag tot instelling van de Grondwet gehechte protocol. De jurisprudentie van het Hof van Justitie blijft gelden als bron voor de uitlegging van het recht van de Unie.

2003
  • 1. 
    De bij dit verdrag opgerichte Europese Unie treedt in de plaats van de Europese Unie die bij het Verdrag betreffende de Europese Unie is opgericht en van de Europese Gemeenschap.
  • 2. 
    Behoudens de bepalingen van artikel IV-3 bis i blijven de op de datum van inwerkingtreding van dit verdrag bestaande instellingen[*], organen en instanties, in de samenstelling die zij op dat moment hebben hun bevoegdheden als bedoeld in dit verdrag uitoefenen zolang er geen nieuwe bepalingen ter uitvoering van dit verdrag zijn vastgesteld of tot het einde van hun ambtstermijn.
  • 3. 
    De handelingen van de instellingen, organen en instanties die zijn vastgesteld op basis van de bij artikel IV-2 ingetrokken verdragen en akten, blijven van kracht. De rechtsgevolgen ervan blijven gehandhaafd zolang deze handelingen ter uitvoering van dit verdrag niet zijn ingetrokken, nietig verklaard of gewijzigd. Dit geldt ook voor de tussen lidstaten op basis van de bij artikel IV-2 i ingetrokken verdragen en akten gesloten akkoorden.

    De overige elementen van het op de datum van inwerkingtreding van dit verdrag bestaande acquis van de Gemeenschap en van de Unie, te weten de interinstitutionele akkoorden, de besluiten en akkoorden die overeengekomen zijn door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de door de lidstaten gesloten overeenkomsten die de werking van de Unie of van de Gemeenschap betreffen of die verband houden met het optreden van de Unie of de Gemeenschap, de verklaringen, inclusief die welke in het kader van intergouvernementele conferenties zijn afgelegd, alsmede de resoluties en overige standpunten van de Europese Raad of van de Raad van Ministers, en die betreffende de Unie of de Gemeenschap die in onderling overleg tussen de lidstaten zijn aangenomen, blijven eveneens gehandhaafd zolang zij niet worden ingetrokken of gewijzigd.

  • 4. 
    De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en van het Gerecht van eerste aanleg betreffende de uitlegging en de toepassing van de bij artikel IV-2 i ingetrokken verdragen en akten, alsmede van de handelingen en akkoorden met het oog op de toepassing ervan, blijft mutatis mutandis de authentieke bron van uitlegging van het recht van de Unie en met name van de overeenkomstige bepalingen van de Grondwet.
  • 5. 
    De continuïteit van de administratieve en gerechtelijke procedures die zijn ingeleid vóór de datum van inwerkingtreding van dit verdrag wordt gewaarborgd met inachtneming van de Grondwet. De instellingen en organen die voor deze procedures verantwoordelijk zijn, nemen daartoe alle dienstige maatregelen.

 

Voetnoot [*] bij lid 2

Pro Memorie: de Commissie en de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, alsmede de adjunct-secretaris-generaal worden later besproken.

2004
  • 2. 
    Behoudens artikel IV-439 i blijven de op de datum van inwerkingtreding van dit verdrag bestaande instellingen, organen en instanties, in de samenstelling die zij op die datum hebben, hun bevoegdheden als bedoeld in dit verdrag uitoefenen zolang er geen nieuwe bepalingen ter uitvoering van dit verdrag zijn vastgesteld of tot het einde van hun mandaat.
  • 3. 
    De handelingen van de instellingen, organen en instanties die zijn vastgesteld op grond van de bij artikel IV-437 i ingetrokken verdragen en akten blijven van kracht. De rechtsgevolgen ervan worden gehandhaafd zolang deze handelingen niet krachtens dit verdrag zijn ingetrokken, nietig verklaard of gewijzigd. Dit geldt ook voor de tussen lidstaten op grond van de bij artikel IV-437 ingetrokken verdragen en akten gesloten overeenkomsten.

    De overige onderdelen van het op de datum van inwerkingtreding van dit verdrag bestaande acquis van de Gemeenschap en van de Unie, met name de interinstitutionele akkoorden, de besluiten en akkoorden die overeengekomen zijn door de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de door de lidstaten gesloten overeenkomsten die de werking van de Unie of van de Gemeenschap betreffen of die verband houden met het optreden van de Unie of de Gemeenschap, de verklaringen, inclusief die welke in het kader van intergouvernementele conferenties zijn afgelegd, alsmede de resoluties en overige standpunten van de Europese Raad of van de Raad, en die betreffende de Unie of de Gemeenschap die in onderlinge overeenstemming door de lidstaten zijn aangenomen, blijven eveneens gehandhaafd zolang zij niet zijn ingetrokken of gewijzigd.

  • 4. 
    De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en van het Gerecht van eerste aanleg betreffende de uitlegging en de toepassing van de bij artikel IV-437 i ingetrokken verdragen en akten, alsmede van de handelingen en overeenkomsten die met het oog op de toepassing ervan zijn vastgesteld, blijft mutatis mutandis de bron voor de uitlegging van het recht van de Unie en met name van de overeenkomstige bepalingen van de Grondwet.
  • 5. 
    De continuïteit van de administratieve en gerechtelijke procedures die zijn ingeleid vóór de datum van inwerkingtreding van dit verdrag, wordt gewaarborgd met inachtneming van de Grondwet. De instellingen, organen en instanties die voor deze procedures verantwoordelijk zijn, nemen daartoe alle dienstige maatregelen.