Hoofdstuk 7 - Algemene bepalingen

Inhoudsopgave van deze pagina:

34: Rechtshandelingen

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel III-190 van de Grondwet stelt de Europese Centrale Bank vast:
    • b) 
      de Europese besluiten die nodig zijn voor de uitvoering van de bij de Grondwet en dit statuut aan het Europees Stelsel van Centrale Banken opgedragen taken;
    • c) 
      aanbevelingen en adviezen.
  • 2. 
    De Europese Centrale Bank kan besluiten haar Europese besluiten, aanbevelingen en adviezen te publiceren.
  • 3. 
    Binnen de grenzen en onder de voorwaarden die door de Raad volgens de procedure van artikel 41 worden vastgesteld, is de Europese Centrale Bank gerechtigd om ondernemingen boeten en dwangsommen op te leggen bij niet-naleving van haar Europese verordeningen en besluiten.

35: Toetsing door de rechter en aanverwante aangelegenheden

  • 1. 
    De handelingen en nalatigheden van de Europese Centrale Bank zijn onderworpen aan toetsing en uitlegging door het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevallen en onder de voorwaarden vastgesteld in de Grondwet. De Europese Centrale Bank kan gerechtelijke procedures aanspannen in de gevallen en onder de voorwaarden vastgesteld in de Grondwet.
  • 2. 
    Geschillen tussen de Europese Centrale Bank, enerzijds, en haar crediteuren, debiteuren of andere personen, anderzijds, worden beslecht door de bevoegde nationale rechters, tenzij het Hof van Justitie van de Europese Unie bevoegd is uitspraak te doen.
  • 3. 
    De Europese Centrale Bank is onderworpen aan de in artikel III-431 van de Grondwet omschreven aansprakelijkheidsregeling. De nationale centrale banken zijn aansprakelijk volgens hun onderscheiden nationale wetgevingen.
  • 4. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd uitspraak te doen krachtens een arbitragebeding vervat in een door of namens de Europese Centrale Bank gesloten publiekrechtelijke of privaatrechtelijke overeenkomst.
  • 5. 
    Het besluit van de Europese Centrale Bank om een procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie in te stellen, wordt door de Raad van bestuur genomen.
  • 6. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd uitspraak te doen in geschillen betreffende de nakoming door de nationale centrale banken van de verplichtingen die voor hen uit de Grondwet en uit dit statuut voortvloeien. Indien de Europese Centrale Bank van oordeel is dat een nationale centrale bank een van de krachtens de Grondwet of dit statuut op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, brengt zij dienaangaande een met redenen omkleed advies uit na de betrokken nationale centrale bank in de gelegenheid te hebben gesteld haar opmerkingen te maken. Indien de betrokken nationale centrale bank dit advies niet binnen de door de Europese Centrale Bank gestelde termijn opvolgt, kan de Europese Centrale Bank de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

36: Personeel

  • 1. 
    De Raad van bestuur stelt op voorstel van de directie de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de Europese Centrale Bank vast.
  • 2. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie is, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de arbeidsvoorwaarden, bevoegd ter zake van geschillen tussen de Europese Centrale Bank en haar personeelsleden.

37: Beroepsgeheim

  • 1. 
    Leden van de bestuursorganen en personeelsleden van de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken zijn gehouden, ook na beëindiging van hun taken, inlichtingen die naar hun aard onder de geheimhoudingsplicht vallen, niet openbaar te maken.
  • 2. 
    Personen die toegang hebben tot gegevens die vallen onder een juridisch bindende handeling van de Unie waarbij een geheimhoudingsplicht wordt opgelegd, zijn aan die plicht onderworpen.

38: Tekenbevoegdheid

De Europese Centrale Bank wordt tegenover derden in rechte gebonden door de president of door twee leden van de directie of door de handtekeningen van twee personeelsleden van de Europese Centrale Bank die door de president naar behoren zijn gemachtigd om namens de Europese Centrale Bank te tekenen.

39: Voorrechten en immuniteiten

De Europese Centrale Bank geniet op het grondgebied van de lidstaten de voorrechten en immuniteiten die nodig zijn voor de vervulling van haar taken, overeenkomstig de bepalingen van het protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie.