Besluitpunt "In overeenstemming met de belofte om proportioneel te zullen reageren op de ontwikkelingen in Birma/Myanmar en in het licht van de ernstige verslechtering van de situatie in het land, vooral in de afgelopen weken, besloot de Raad onverwijld de strengere sancties toe te passen die oorspronkelijk pas voor oktober 2003 gepland waren. De Raad besloot tevens de ontwikkeling van de situatie in Birma/Myanmar op de voet te zullen volgen, en bevestigde zijn bereidheid om proportioneel op toekomstige ontwikkelingen te reageren.". De Raad besloot voorts het bezoek van de trojka op politiek niveau, dat volgens de oorspronkelijke planning vóór eind oktober 2003 zou moeten plaatsvinden, uit te stellen. 10. Cuba De Raad nam de volgende conclusies aan: "De Raad heeft de ontwikkelingen in Cuba besproken en gaf nogmaals uiting aan zijn grote bezorgdheid over de ernstige verslechtering van de mensenrechtensituatie in het land. De Raad memoreerde de door de EU op 5 juni 2003 aangekondigde maatregelen en achtte het gedrag van de Cubaanse autoriteiten ten aanzien van de EU, haar lidstaten en de toetredende staten, onaanvaardbaar. De EU zal de situatie in het land, en in het bijzonder de situatie van de Cubaanse burgers die actief zijn in de vreedzame politieke oppositie, nauwlettend blijven volgen. Al wie om politieke redenen in de gevangenis zit, dient onmiddellijk te worden vrijgelaten. De EU evalueert thans haar gemeenschappelijk standpunt in het licht van de situatie.". 11. Libië Dit punt werd niet besproken tijdens de formele zitting. _______________ 10573/03 dau/CQ/fb 7 BIJLAGE I CAB NL BIJLAGE I Ad punt 4 VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN - Conclusies van de Raad "De Raad herinnert eraan dat in Aqaba de duidelijke verbintenis is aangegaan om terreur en geweld te stoppen en het draaiboek volledig te steunen. Degenen die een andere weg inslaan zullen de gevolgen moeten dragen. De terroristische activiteiten moeten onmiddellijk stoppen. Hamas en andere groeperingen moeten derhalve het door Egypte gesteunde aanbod van de Palestijnse Autoriteit aanvaarden en instemmen met een totaal staakt-het-vuren teneinde de onmiddellijke en getrouwe uitvoering van het draaiboek van het Kwartet mogelijk te maken. Hamas Izz al-Din al-Qassem (de zogenaamde militaire vleugel) staat reeds op de EU-lijst van verboden organisaties met het oog op de bevriezing van de tegoeden. De Raad bespreekt de zaak thans met spoed om de maatregelen op het gebied van de financiering van Hamas uit te breiden. De Raad roept Israël op om maatregelen te nemen om het vertrouwen te herstellen en om af te zien van strafmaatregelen, waaronder buitengerechtelijke executies. De Raad onderstreept dat de landen van de regio de bestrijding van het terrorisme constructief moeten aanpakken. Het blokkeren van de directe en indirecte financiering van het terrorisme blijft voor de EU een prioriteit. Tot slot spreekt de Raad zijn steun uit voor de toezegging van de Palestijnse Autoriteit om snel vorderingen inzake veiligheid te maken en aldus de weg te effenen naar de op twee staten gebaseerde oplossing." _______________ 10573/03 dau/CQ/fb 8 BIJLAGE II CAB NL BIJLAGE II Ad punt 4 IRAN - Conclusies van de Raad "1. De Raad heeft de ontwikkeling van de betrekkingen met Iran besproken, naar aanleiding van zijn besluit om onderhandelingen aan te knopen over overeenkomsten inzake handel en samenwerking en over een politieke dialoog. 2. De Raad memoreerde dat het besluit om deze onderhandelingen te openen was gekoppeld aan de verwachting dat de verdieping van de economische en de handelsbetrekkingen tussen de EU en Iran gepaard zou gaan met vergelijkbare vooruitgang voor alle andere aspecten van de betrekkingen tussen de EU en Iran. In dit verband wees hij in het bijzonder op de noodzaak van significante positieve ontwikkelingen op het gebied van de mensenrechten, non- proliferatie, terrorisme en het vredesproces in het Midden-Oosten. De Raad blijft zich over deze vraagstukken ernstig zorgen maken, vooral in het licht van de aanpak van de recente demonstraties. 3. De Raad nam in het bijzonder met bezorgdheid nota van het verslag over de toepassing door de Islamitische Republiek Iran van de waarborgovereenkomst in het kader van het NPV, dat op 6 juni 2003 door de directeur-generaal van de IAEA is ingediend. 4. De aard van sommige aspecten van het Iraanse programma baart ernstige zorgen, met name ten aanzien van de door president Khatami aangekondigde plannen voor het sluiten van de splijtstofcyclus, vooral inzake de centrifuge voor uraniumverrijking. De Raad benadrukte dat Iran tijdig, volledig en op afdoende wijze moet antwoorden op alle vragen betreffende zijn nucleair programma. Hij riep Iran op om ten volle samen te werken met de IAEA. 5. De Raad drong er bij Iran op aan dat het land onverwijld en onvoorwaardelijk een aanvullend protocol sluit en toepast. Dat zou voor Iran een betekenisvolle stap zijn als het wil aantonen dat zijn nucleair programma inderdaad alleen maar vreedzame doeleinden heeft. 6. De Raad bevestigde zijn uitdrukkelijke steun aan de directeur-generaal van de IAEA en besloot op dit punt terug te komen in het licht van het komende debat in de raad van beheer van de IAEA. 7. De Raad zal de ontwikkelingen op dit gebied, alsmede op de overige zorgwekkende gebieden, van nabij blijven volgen. Hij herhaalt dat vooruitgang op deze gebieden en intensivering van de dialoog en de samenwerking, onderling afhankelijke, essentiële en elkaar wederzijds versterkende elementen vormen van de betrekkingen tussen de EU en Iran." _______________ 10573/03 dau/CQ/fb 9 BIJLAGE III CAB NL BIJLAGE III Ad punt 5 Conclusies van de Raad over operatie ARTEMIS in Bunia, Democratische Republiek Congo "De Raad spreekt zijn voldoening uit over de snelle aanvang van operatie ARTEMIS door de Europese Unie (EU), waarmee tegemoet wordt gekomen aan het verzoek van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties om in Bunia, in de Democratische Republiek Congo (DRC), een voorlopige multinationale noodtroepenmacht samen te stellen, waartoe machtiging is verleend bij Resolutie 1484 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Deze troepenmacht zal de humanitaire en veiligheidssituatie in Bunia helpen stabiliseren en de VN-secretaris-generaal in staat stellen om de MONUC (VN-waarnemingsmissie in de Democratische Republiek Congo) in Bunia te versterken. Deze operatie illustreert de politieke wil en het vermogen van de EU om in een crisissituatie snel en doeltreffend te reageren. Zij past in het kader van de inzet van de EU voor vrede en stabiliteit in het gebied van de Grote Meren, met name in de DRC. Deze operatie van de EU toont aan hoe het Europees veiligheids- en defensiebeleid kan bijdragen tot het beheer van crises, in samenwerking met de Verenigde Naties. Operatie ARTEMIS steunt op Frankrijk als kadernatie en op bijdragen van lidstaten, alsook van derde landen. De Raad roept alle Congolese partijen en alle staten van de regio van de Grote Meren op, zich te onthouden van alle militaire activiteiten in de regio, en van alle activiteiten die het Ituri-gebied nog verder kunnen destabiliseren; hij eist in dat verband dat alle steun aan gewapende groepen en milities, met inbegrip van leveringen van wapens en ander militair materieel, wordt stopgezet en dat alle Congolese partijen en alle staten van de regio dergelijke steun actief verhinderen. De Raad is uitermate bezorgd over de militaire acties die nog steeds worden gevoerd in Zuid- en in Noord-Kivu en eist de onmiddellijke stopzetting ervan. 10573/03 dau/CQ/fb 10 BIJLAGE III CAB NL Verwijzend naar de recente diplomatieke missie van de speciale vertegenwoordiger van de EU in de regio roept de Raad het Congolese toezichtcomité en alle Congolese instanties op hun volledige steun te verlenen aan de voorlopige noodtroepenmacht en ten volle met de MONUC samen te werken om de Congolezen en het overgangsbestuur voor het Ituri-gebied in staat te stellen een geïntegreerde politieke oplossing te zoeken voor het gebied. De Raad herhaalt dat de overgangsinstellingen in de DRC zo snel mogelijk moeten worden geïnstalleerd en roept alle partijen op daartoe blijk te geven van flexibiliteit. De oplossing van de crisis in het Ituri-gebied vereist de mobilisatie van alle diplomatieke, militaire, financiële en voor humanitaire hulp bestemde middelen van de internationale gemeenschap. Met dat doel voor ogen, en om operatie Artemis te steunen en de versterking en de inzet van een versterkte MONUC in Bunia, uiterlijk midden augustus 2003, te vergemakkelijken, moet de Unie op coherente wijze gebruik kunnen maken van al haar instrumenten, met name inzake politieke actie en hulp. De Raad verzoekt de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Commissie, in overleg met het voorzitterschap, hem zo spoedig mogelijk voorstellen daartoe voor te leggen. In deze voorstellen moet rekening worden gehouden met eventuele vooruitgang bij de oprichting van overgangsinstellingen in de DRC, en met de regionale context van het conflict. De Raad herhaalt dat hij zich blijft inzetten voor de bevordering en bescherming van de rechten van het kind, met name in gewapende conflicten. Hij heeft de bevoegde organen opgedragen de rechten van het kind op te nemen in de initiatieven van de EU op het gebied van vrede en veiligheid." ______________ 10573/03 dau/CQ/fb 11 BIJLAGE IV CAB NL BIJLAGE IV Ad punt 7 CONCLUSIES VAN DE RAAD OVER MASSAVERNIETIGINGSWAPENS De Raad heeft van gedachten gewisseld over de verspreiding van massavernietigingswapens. De verspreiding van massavernietigingswapens en van de overbrengingsmiddelen daarvoor, zoals ballistische raketten, vormt een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid. De Raad was van mening dat de verwerving van massavernietigingswapens of daarmee verband houdende materialen door terroristen een extra bedreiging voor het internationale stelsel zou inhouden. De Raad hechtte zijn goedkeuring aan het document getiteld "Grondbeginselen voor een EU- strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens" (document"

) als levend document. De Raad zal ook zijn goedkeuring hechten aan het "Actieplan voor de toepassing van de grond- beginselen voor een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigings- wapens" (document 10354/03 PESC 316 CONOP 19 CODUN 14 COTER 25). Hij verzocht het PVC en andere Raadsinstanties, om in samenwerking met de SG/HV en de Commissie, onverwijld aan de uitvoering van het actieplan te beginnen. _______________

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

A-punt

Dit zijn agendapunten die de Raad van de Europese Unie i niet hoeft te bespreken tijdens een Raadsvergadering i. A-punten worden als hamerstuk (zonder discussie) afgehandeld en goedgekeurd omdat binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) i, raadswerkgroepen i of een andere Raadsformatie i al overeenstemming is bereikt. Dit in tegenstelling tot B-punten i, waarover wel discussie plaatsvindt.

 
 

2.

Gegevens

vergadering Raadsvergadering ALGEMENE ZAKEN, Luxemburg
datum 2003-06-16
puntnummer 6.
soort behandeling A-punt
raadsdocument nummer 10352/03
oorspronkelijke titel In overeenstemming met de belofte om proportioneel te zullen reageren op de ontwikkelingen in Birma/Myanmar en in het licht van de ernstige verslechtering van de situatie in het land, vooral in de afgelopen weken, besloot de Raad onverwijld de strengere sancties toe te passen die oorspronkelijk pas voor oktober 2003 gepland waren. De Raad besloot tevens de ontwikkeling van de situatie in Birma/Myanmar op de voet te zullen volgen, en bevestigde zijn bereidheid om proportioneel op toekomstige ontwikkelingen te reageren.". De Raad besloot voorts het bezoek van de trojka op politiek niveau, dat volgens de oorspronkelijke planning vóór eind oktober 2003 zou moeten plaatsvinden, uit te stellen. 10. Cuba De Raad nam de volgende conclusies aan: "De Raad heeft de ontwikkelingen in Cuba besproken en gaf nogmaals uiting aan zijn grote bezorgdheid over de ernstige verslechtering van de mensenrechtensituatie in het land. De Raad memoreerde de door de EU op 5 juni 2003 aangekondigde maatregelen en achtte het gedrag van de Cubaanse autoriteiten ten aanzien van de EU, haar lidstaten en de toetredende staten, onaanvaardbaar. De EU zal de situatie in het land, en in het bijzonder de situatie van de Cubaanse burgers die actief zijn in de vreedzame politieke oppositie, nauwlettend blijven volgen. Al wie om politieke redenen in de gevangenis zit, dient onmiddellijk te worden vrijgelaten. De EU evalueert thans haar gemeenschappelijk standpunt in het licht van de situatie.". 11. Libië Dit punt werd niet besproken tijdens de formele zitting. _______________ 10573/03 dau/CQ/fb 7 BIJLAGE I CAB NL BIJLAGE I Ad punt 4 VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN - Conclusies van de Raad "De Raad herinnert eraan dat in Aqaba de duidelijke verbintenis is aangegaan om terreur en geweld te stoppen en het draaiboek volledig te steunen. Degenen die een andere weg inslaan zullen de gevolgen moeten dragen. De terroristische activiteiten moeten onmiddellijk stoppen. Hamas en andere groeperingen moeten derhalve het door Egypte gesteunde aanbod van de Palestijnse Autoriteit aanvaarden en instemmen met een totaal staakt-het-vuren teneinde de onmiddellijke en getrouwe uitvoering van het draaiboek van het Kwartet mogelijk te maken. Hamas Izz al-Din al-Qassem (de zogenaamde militaire vleugel) staat reeds op de EU-lijst van verboden organisaties met het oog op de bevriezing van de tegoeden. De Raad bespreekt de zaak thans met spoed om de maatregelen op het gebied van de financiering van Hamas uit te breiden. De Raad roept Israël op om maatregelen te nemen om het vertrouwen te herstellen en om af te zien van strafmaatregelen, waaronder buitengerechtelijke executies. De Raad onderstreept dat de landen van de regio de bestrijding van het terrorisme constructief moeten aanpakken. Het blokkeren van de directe en indirecte financiering van het terrorisme blijft voor de EU een prioriteit. Tot slot spreekt de Raad zijn steun uit voor de toezegging van de Palestijnse Autoriteit om snel vorderingen inzake veiligheid te maken en aldus de weg te effenen naar de op twee staten gebaseerde oplossing." _______________ 10573/03 dau/CQ/fb 8 BIJLAGE II CAB NL BIJLAGE II Ad punt 4 IRAN - Conclusies van de Raad "1. De Raad heeft de ontwikkeling van de betrekkingen met Iran besproken, naar aanleiding van zijn besluit om onderhandelingen aan te knopen over overeenkomsten inzake handel en samenwerking en over een politieke dialoog. 2. De Raad memoreerde dat het besluit om deze onderhandelingen te openen was gekoppeld aan de verwachting dat de verdieping van de economische en de handelsbetrekkingen tussen de EU en Iran gepaard zou gaan met vergelijkbare vooruitgang voor alle andere aspecten van de betrekkingen tussen de EU en Iran. In dit verband wees hij in het bijzonder op de noodzaak van significante positieve ontwikkelingen op het gebied van de mensenrechten, non- proliferatie, terrorisme en het vredesproces in het Midden-Oosten. De Raad blijft zich over deze vraagstukken ernstig zorgen maken, vooral in het licht van de aanpak van de recente demonstraties. 3. De Raad nam in het bijzonder met bezorgdheid nota van het verslag over de toepassing door de Islamitische Republiek Iran van de waarborgovereenkomst in het kader van het NPV, dat op 6 juni 2003 door de directeur-generaal van de IAEA is ingediend. 4. De aard van sommige aspecten van het Iraanse programma baart ernstige zorgen, met name ten aanzien van de door president Khatami aangekondigde plannen voor het sluiten van de splijtstofcyclus, vooral inzake de centrifuge voor uraniumverrijking. De Raad benadrukte dat Iran tijdig, volledig en op afdoende wijze moet antwoorden op alle vragen betreffende zijn nucleair programma. Hij riep Iran op om ten volle samen te werken met de IAEA. 5. De Raad drong er bij Iran op aan dat het land onverwijld en onvoorwaardelijk een aanvullend protocol sluit en toepast. Dat zou voor Iran een betekenisvolle stap zijn als het wil aantonen dat zijn nucleair programma inderdaad alleen maar vreedzame doeleinden heeft. 6. De Raad bevestigde zijn uitdrukkelijke steun aan de directeur-generaal van de IAEA en besloot op dit punt terug te komen in het licht van het komende debat in de raad van beheer van de IAEA. 7. De Raad zal de ontwikkelingen op dit gebied, alsmede op de overige zorgwekkende gebieden, van nabij blijven volgen. Hij herhaalt dat vooruitgang op deze gebieden en intensivering van de dialoog en de samenwerking, onderling afhankelijke, essentiële en elkaar wederzijds versterkende elementen vormen van de betrekkingen tussen de EU en Iran." _______________ 10573/03 dau/CQ/fb 9 BIJLAGE III CAB NL BIJLAGE III Ad punt 5 Conclusies van de Raad over operatie ARTEMIS in Bunia, Democratische Republiek Congo "De Raad spreekt zijn voldoening uit over de snelle aanvang van operatie ARTEMIS door de Europese Unie (EU), waarmee tegemoet wordt gekomen aan het verzoek van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties om in Bunia, in de Democratische Republiek Congo (DRC), een voorlopige multinationale noodtroepenmacht samen te stellen, waartoe machtiging is verleend bij Resolutie 1484 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Deze troepenmacht zal de humanitaire en veiligheidssituatie in Bunia helpen stabiliseren en de VN-secretaris-generaal in staat stellen om de MONUC (VN-waarnemingsmissie in de Democratische Republiek Congo) in Bunia te versterken. Deze operatie illustreert de politieke wil en het vermogen van de EU om in een crisissituatie snel en doeltreffend te reageren. Zij past in het kader van de inzet van de EU voor vrede en stabiliteit in het gebied van de Grote Meren, met name in de DRC. Deze operatie van de EU toont aan hoe het Europees veiligheids- en defensiebeleid kan bijdragen tot het beheer van crises, in samenwerking met de Verenigde Naties. Operatie ARTEMIS steunt op Frankrijk als kadernatie en op bijdragen van lidstaten, alsook van derde landen. De Raad roept alle Congolese partijen en alle staten van de regio van de Grote Meren op, zich te onthouden van alle militaire activiteiten in de regio, en van alle activiteiten die het Ituri-gebied nog verder kunnen destabiliseren; hij eist in dat verband dat alle steun aan gewapende groepen en milities, met inbegrip van leveringen van wapens en ander militair materieel, wordt stopgezet en dat alle Congolese partijen en alle staten van de regio dergelijke steun actief verhinderen. De Raad is uitermate bezorgd over de militaire acties die nog steeds worden gevoerd in Zuid- en in Noord-Kivu en eist de onmiddellijke stopzetting ervan. 10573/03 dau/CQ/fb 10 BIJLAGE III CAB NL Verwijzend naar de recente diplomatieke missie van de speciale vertegenwoordiger van de EU in de regio roept de Raad het Congolese toezichtcomité en alle Congolese instanties op hun volledige steun te verlenen aan de voorlopige noodtroepenmacht en ten volle met de MONUC samen te werken om de Congolezen en het overgangsbestuur voor het Ituri-gebied in staat te stellen een geïntegreerde politieke oplossing te zoeken voor het gebied. De Raad herhaalt dat de overgangsinstellingen in de DRC zo snel mogelijk moeten worden geïnstalleerd en roept alle partijen op daartoe blijk te geven van flexibiliteit. De oplossing van de crisis in het Ituri-gebied vereist de mobilisatie van alle diplomatieke, militaire, financiële en voor humanitaire hulp bestemde middelen van de internationale gemeenschap. Met dat doel voor ogen, en om operatie Artemis te steunen en de versterking en de inzet van een versterkte MONUC in Bunia, uiterlijk midden augustus 2003, te vergemakkelijken, moet de Unie op coherente wijze gebruik kunnen maken van al haar instrumenten, met name inzake politieke actie en hulp. De Raad verzoekt de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Commissie, in overleg met het voorzitterschap, hem zo spoedig mogelijk voorstellen daartoe voor te leggen. In deze voorstellen moet rekening worden gehouden met eventuele vooruitgang bij de oprichting van overgangsinstellingen in de DRC, en met de regionale context van het conflict. De Raad herhaalt dat hij zich blijft inzetten voor de bevordering en bescherming van de rechten van het kind, met name in gewapende conflicten. Hij heeft de bevoegde organen opgedragen de rechten van het kind op te nemen in de initiatieven van de EU op het gebied van vrede en veiligheid." ______________ 10573/03 dau/CQ/fb 11 BIJLAGE IV CAB NL BIJLAGE IV Ad punt 7 CONCLUSIES VAN DE RAAD OVER MASSAVERNIETIGINGSWAPENS De Raad heeft van gedachten gewisseld over de verspreiding van massavernietigingswapens. De verspreiding van massavernietigingswapens en van de overbrengingsmiddelen daarvoor, zoals ballistische raketten, vormt een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid. De Raad was van mening dat de verwerving van massavernietigingswapens of daarmee verband houdende materialen door terroristen een extra bedreiging voor het internationale stelsel zou inhouden. De Raad hechtte zijn goedkeuring aan het document getiteld "Grondbeginselen voor een EU- strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens" (document