Conclusies van de Raad over de Centraal-Afrikaanse Republiek

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 9 februari 2015.

Zitting van de Raad Buitenlandse Zaken i

Brussel, 9 februari 2015

De Europese Unie i (EU) blijft in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) vastbesloten steun verlenen voor een duurzame uitweg uit de crisis. De akkoorden van Libreville (januari 2013), N'Djamena (april 2013) en Brazzaville (juli 2014), die de steun hebben van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties i, zijn nog steeds het onmisbare referentiekader voor alle nationale, regionale en internationale actoren. De EU zegt nogmaals haar volledige steun toe aan het werk van het overgangsbewind, en prijst zijn nauwe samenwerking met de VN, de AU en de CEEAC. Zij roept ertoe op het politieke proces dat plaatsvindt onder impuls van het interim-staatshoofd en met de steun van de bemiddelaar voor de Centraal-Afrikaanse crisis, voort te zetten binnen het door de Veiligheidsraad vastgestelde kader, met inbegrip van de regeling van individuele sancties. In dit verband spoort de EU alle actoren in de CAR en alle landen in de regio ertoe aan hun medewerking te verlenen aan het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad. De EU looft de CEEAC voor het resolute standpunt dat zij tijdens het overleg van Addis Abeba, op 31 januari 2015, heeft ingenomen ten opzichte van alle parallelle initiatieven die een gevaar kunnen betekenen voor de lopende inspanningen van de internationale gemeenschap om opnieuw vrede, veiligheid en stabiliteit in de CAR te brengen. Het forum van Bangui zal een cruciaal moment zijn voor die inspanningen. In verband hiermee prijst de EU de inclusieve referenda over de waarden vrede, dialoog en verzoening die sinds 21 januari worden gehouden. De Centraal-Afrikaanse bevolking moet zelf het proces volledig in handen nemen.

De EU is ingenomen met de inspanningen van de internationale strijdkrachten, MINUSCA, Sangaris en EUFOR i RCA, die ter plaatse samenwerken om de burgerbevolking te beschermen en bij te dragen tot de stabilisatie van het land. Toch blijft de situatie, ondanks de geboekte vooruitgang, broos. Hierbij wordt gedacht aan de recente ontvoeringen in Bangui, die de EU krachtig veroordeelt. Zij is bijzonder bezorgd over de belemmeringen voor het goede verloop van de referenda die in het veld plaatsvinden in het kader van het proces van verzoening en vrede, met name in het centrum en het noordoosten van het land. De geweldplegingen van de gewapende groepen vormen een bedreiging voor de bevolking, de rechtsstaat en de territoriale integriteit van de CAR.

De EU blijft voorstander van een oplossing met een daadwerkelijke en permanente staking van de vijandelijkheden. De gewapende groepen die in de CAR actief zijn, worden ertoe opgeroepen aan dat proces deel te nemen met inachtneming van het overgangskader en van het beginsel dat degenen die ernstige misdaden naar internationaal recht hebben begaan, niet ongestraft mogen blijven. De EU roept het overgangsbewind en alle landen in de regio op te blijven samenwerken met het Internationaal Strafhof i.

Wanneer de Europese operatie EUFOR RCA op 15 maart 2015 haar mandaat zal hebben voltooid en haar missie in de hoofdstad zal hebben overgedragen aan de missie van de Verenigde Naties i voor de stabilisatie in de CAR (MINUSCA), zal in Bangui een nieuwe militaire missie van de Raad i van de EU (EUMAM RCA) worden ontplooid, die werd ingesteld op 19 januari 2015, met een looptijd van één jaar, ter ondersteuning van de Centraal-Afrikaanse bevolking en in nauwe samenwerking met MINUSCA in het kader van haar mandaat op het gebied van SSR. EUMAM RCA zal de Centraal-Afrikaanse regering deskundig advies verlenen, onder meer op het gebied van gender en mensenrechten, bij de omvorming van de Centraal-Afrikaanse strijdkrachten (FACA) tot een beroepsleger met democratische verantwoordelijkheid dat representatief is voor de verschillende bevolkingsgroepen in het land. De Raad zal zijn goedkeuring dienen te geven voor de start van die nieuwe GVDB-missie, die op 1 maart 2015 haar initieel operationeel vermogen moet hebben bereikt. De EU merkt op dat het in dat verband belangrijk is de opbouw van de troepenmacht voor EUMAM RCA spoedig te voltooien. De EU is ingenomen met de goede samenwerking met de Centraal-Afrikaanse autoriteiten en de andere partners ter plaatse, onder meer de VN.

De transitie van de CAR moet uitmonden in presidentsverkiezingen en parlementsverkiezingen die goed georganiseerd, vrij, rechtvaardig, en geloofwaardig zijn. Derhalve verzoekt de EU de betrokken autoriteiten om de nadere gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn om het verkiezingsproces te kunnen voortzetten, met name de regels voor de organisatie van de verkiezingen, zodat alle actoren gemobiliseerd kunnen worden binnen het geplande tijdpad voor de verkiezingen. Op die basis bevestigt de EU haar bereidheid tot het leveren van een onmiddellijke bijdrage aan de verkiezingen in de CAR, in het kader van het steunprogramma van de VN, en roept zij het overgangsbewind op, met de steun van de VN, actief te proberen nog meer donoren aan te trekken.

De EU blijft ten zeerste bezorgd over de humanitaire situatie in de CAR. Zij maakt zich met name grote zorgen over het lot van de bevolkingsgroepen die intern ontheemd en geïsoleerd zijn en van de bevolkingsgroepen die naar de buurlanden zijn gevlucht. De EU veroordeelt de ernstige en herhaalde gewelddaden van gewapende groepen jegens de burgerbevolking en de humanitaire hulpverleners. De noden blijven immens groot, en het aantrekken van donoren moet worden voortgezet en geïntensiveerd.

De EU is zich bewust van de ernstige tekorten aan middelen in de CAR , en werkt samen met het IMF en de Centraal-Afrikaanse autoriteiten om het voor de CAR noodzakelijke begrotingsevenwicht, dat van belang is voor het goed functioneren van de basisvoorzieningen van de staat, geleidelijk te herstellen.