Besluitpunt "Verklaring van de Letse delegatie: Beschikking van de Raad tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan"

Met de goedkeuring van de Lissabonstrategie in 2000 heeft de Europese Unie zich een ambitieus doel gesteld, namelijk de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld worden. Sindsdien houdt het beleid van de Europese Unie gelijke tred met de Lissabonstrategie, die op een voor het milieu en de samenleving duurzame wijze streeft naar een betere levensstandaard van de bevolking, op basis van sociale rechtvaardigheid en gelijke kansen voor iedereen. Europa zal er evenwel niet in slagen deze ambitieuze doelstelling van de Lissabonstrategie te halen, indien er tussen de regio's verschillen zijn. Het kan niet worden ontkend dat er vandaag welvaartsverschillen zijn tussen de nieuwe en de oude lidstaten. Deze verschillen zijn het meest zichtbaar op het platteland, vanwege de lage inkomens en de hoge werkloosheid aldaar in vergelijking met stedelijke gebieden (vooral in de nieuwe lidstaten zijn die verschillen frappant). Rekening houdend met de doelstellingen van de Lissabonstrategie, kan Letland geen genoegen nemen met de beginselen van de vrijwillige modulatie, noch met die van de verplichte modulatie, waarbij 80 procent van de financiering naar de respectieve lidstaten wordt gekanaliseerd. Gevreesd wordt dat de verlaging door modulatie de kloof tussen de lidstaten nog zal vergroten. De verschillen in de financieringsniveaus die beschikbaar zijn voor rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkelingsmaatregelen zullen de gelijke ontwikkeling van de regio's aldus belemmeren. Letland is van oordeel dat de financiering door modulatie een instrument moet zijn om de verschillen tussen de plattelandsgebieden van de lidstaten te verkleinen. Daarom moet het financieringspercentage worden verhoogd en moet dit in de begroting voor plattelandsontwikkeling van de lidstaten worden opgenomen naar gelang van hun reële behoeften. Alleen een gemeenschappelijke groei op basis van goede prestaties van elke lidstaat kan bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabonstrategie. Daarom dienen, overeenkomstig de doelstellingen van de Lissabonstrategie, in de eerste plaats de verschillen tussen de regio's te worden verkleind.

De Raad heeft de bovengenoemde beschikking aangenomen. (Rechtsgrondslag: artikel 47, derde en vierde alinea, en artikel 48 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie). Verklaringen 1. Verklaring van de Commissie "In het kader van het fusieprogramma, dat op Europees niveau volledig is geïntegreerd onder leiding van de Commissie, buigt de Commissie zich over de rol van de geassocieerden, bijvoorbeeld in het kader van de Europese overeenkomst voor fusieontwikkeling (EFDA), die van essentieel belang is voor het bereiken van het doel van het programma, te weten: het verwezenlijken van fusie-energie. De Commissie zal blijven zorgen voor de coördinatie tussen de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming, die vooral te maken hebben met de verwezenlijking van ITER, en de andere activiteiten die binnen KP7 door de onderzoeksgemeenschap worden uitgevoerd op het thematisch terrein "onderzoek inzake fusie-energie" met als oogmerk het verbeteren van de wetenschappelijke en technische kennis van fusie- energie. 7941/07 ADD 1 pau/NGS/hd CAB NL In afwachting van de oprichting van de organen van de gemeenschappelijke onderneming zal de Commissie, overeenkomstig artikel 51 van het Verdrag, de beschikking van de Raad tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming uitvoeren, in nauwe samenwerking met de leden van de gemeenschappelijke onderneming en in overleg met de fusiegemeenschap. De Commissie en de andere, toekomstige, leden van de gemeenschappelijke onderneming moeten ervoor zorgen dat de gemeenschappelijke onderneming op efficiënte wijze gebruik maakt van het beschikbare personeel met de vereiste wetenschappelijke en technische expertise in Europa, en op die manier de behoeften van de ITER-Organisatie in aanmerking neemt. De gemeenschappelijke onderneming zal een sobere organisatie zijn, die over het nodige personeel beschikt om haar taken te allen tijde te kunnen uitvoeren. De Commissie vestigt de aandacht op de bepalingen van de statuten van de gemeenschappelijke onderneming waarin wordt bepaald dat de directeur, op basis van de werkprogramma's, jaarlijks de personeelsbehoeften en de daarmee samenhangende administratieve uitgaven van de gemeenschappelijke onderneming ter goedkeuring voorlegt aan de Raad van bestuur. Wat het programma van activiteiten met het oog op de voorbereiding van demonstratiefusiereactoren betreft, schaart de Commissie zich achter het standpunt van het Raadgevend Comité voor het specifiek programma voor onderzoek en opleiding op het gebied van kernenergie (fusie) van Euratom. Deze activiteiten moeten geleidelijk worden uitgevoerd in akkoord met de leden van de gemeenschappelijke onderneming en zonder afbreuk te doen aan de internationale verplichtingen van Euratom met betrekking tot ITER en de bijdragen aan de bredere aanpak."

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

A-punt

Dit zijn agendapunten die de Raad van de Europese Unie i niet hoeft te bespreken tijdens een Raadsvergadering i. A-punten worden als hamerstuk (zonder discussie) afgehandeld en goedgekeurd omdat binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) i, raadswerkgroepen i of een andere Raadsformatie i al overeenstemming is bereikt. Dit in tegenstelling tot B-punten i, waarover wel discussie plaatsvindt.

 
 

2.

Gegevens

vergadering Raadsvergadering ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN, Brussel
datum 2007-03-27
puntnummer 9.3.
soort behandeling A-punt
raadsdocument nummer 5946/07
oorspronkelijke titel Beschikking van de Raad tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan