Artikel III-19: Maatregelen voor totstandkoming vrij verkeer van werknemers

III-18
Artikel III-19
III-20

Bij Europese wet of kaderwet worden maatregelen vastgesteld om tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in artikel III-18 i is omschreven. Deze wet of kaderwet wordt aangenomen na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.

De Europese wetten en kaderwetten beogen met name het volgende:

  • a) 
    het bewerkstelligen van nauwe samenwerking tussen de nationale instanties op het gebied van de arbeid,
  • b) 
    het afschaffen van de administratieve procedures en handelwijzen, alsmede van de wachttijden voor het aanvaarden van aangeboden arbeidsbetrekkingen, die voortvloeien uit de nationale wetgeving of uit eerder tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten en waarvan de handhaving een beletsel zou vormen voor de liberalisering van het verkeer van werknemers,
  • c) 
    het afschaffen van alle wachttijden en andere beperkingen die in de nationale wetgeving of in eerder tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten zijn gesteld en die aan werknemers uit de overige lidstaten andere voorwaarden voor de vrije keuze van een arbeidsbetrekking opleggen dan aan werknemers van het eigen land,
  • d) 
    het instellen van structuren die vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar brengen en die het evenwicht daartussen bevorderen onder voorwaarden welke ernstige gevaren voor de levensstandaard en de werkgelegenheid in de verschillende regio's en industrieën uitsluiten.

1.

Ontwikkeling artikel

2003

Bij Europese wet of kaderwet worden de nodige maatregelen vastgesteld om tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in [ex artikel 39] i is omschreven. Deze wordt aangenomen na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.

De Europese wetten en kaderwetten beogen met name het volgende:

  • a) 
    het verzekeren van een nauwe samenwerking tussen de nationale bestuursinstellingen op het gebied van de arbeid,
  • b) 
    het afschaffen van de administratieve procedures en handelwijzen, alsmede van de wachttijden voor het aanvaarden van aangeboden betrekkingen voortvloeiende hetzij uit de nationale wetgeving hetzij uit voordien tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten, waarvan de handhaving een beletsel zou vormen voor het vrijmaken van het verkeer van de werknemers,
  • c) 
    het afschaffen van alle wachttijden en andere beperkingen gesteld hetzij in de nationale wetgeving hetzij in voordien tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten, welke aan de werknemers uit de overige lidstaten andere voorwaarden opleggen voor de vrije keuze van een betrekking dan aan de werknemers van het eigen land,
  • d) 
    het instellen van organisatorische voorzieningen door welke de aanbiedingen van en de aanvragen om werk met elkaar in aanraking kunnen worden gebracht en door welke het evenwicht daarvan kan worden vergemakkelijkt onder voorwaarden welke ernstige gevaren voor de levensstandaard en de werkgelegenheid in de verschillende gebieden en industrieën uitsluiten.
2003

Bij Europese wet of kaderwet worden maatregelen vastgesteld om tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in artikel III-18 i is omschreven. Deze wet of kaderwet wordt aangenomen na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.

De Europese wetten en kaderwetten beogen met name het volgende:

  • a) 
    het bewerkstelligen van nauwe samenwerking tussen de nationale bestuursinstellingen op het gebied van de arbeid,
  • b) 
    het afschaffen van de administratieve procedures en handelwijzen, alsmede van de wachttijden voor het aanvaarden van aangeboden arbeidsbetrekkingen, die voortvloeien uit de nationale wetgeving of uit voordien tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten en waarvan de handhaving een beletsel zou vormen voor de vrijmaking van het verkeer van de werknemers,
  • c) 
    het afschaffen van alle wachttijden en andere beperkingen die in de nationale wetgeving of in voordien tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten zijn gesteld en die aan werknemers uit de overige lidstaten andere voorwaarden opleggen voor de vrije keuze van een arbeidsbetrekking dan aan de werknemers van het eigen land,
  • d) 
    het instellen van organisatorische voorzieningen waardoor de aanbiedingen van en de aanvragen om werk met elkaar in aanraking kunnen worden gebracht en waardoor het evenwicht daarvan kan worden bevordert onder voorwaarden welke ernstige gevaren voor de levensstandaard en de werkgelegenheid in de verschillende regio's en industrieën uitsluiten.
2003

Bij Europese wet of kaderwet worden maatregelen vastgesteld om tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in artikel III-18 i is omschreven. Deze wet of kaderwet wordt aangenomen na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.

De Europese wetten en kaderwetten beogen met name het volgende:

  • a) 
    het bewerkstelligen van nauwe samenwerking tussen de nationale instanties op het gebied van de arbeid,
  • b) 
    het afschaffen van de administratieve procedures en handelwijzen, alsmede van de wachttijden voor het aanvaarden van aangeboden arbeidsbetrekkingen, die voortvloeien uit de nationale wetgeving of uit eerder tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten en waarvan de handhaving een beletsel zou vormen voor de liberalisering van het verkeer van werknemers,
  • c) 
    het afschaffen van alle wachttijden en andere beperkingen die in de nationale wetgeving of in eerder tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten zijn gesteld en die aan werknemers uit de overige lidstaten andere voorwaarden voor de vrije keuze van een arbeidsbetrekking opleggen dan aan werknemers van het eigen land,
  • d) 
    het instellen van structuren die vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar brengen en die het evenwicht daartussen bevorderen onder voorwaarden welke ernstige gevaren voor de levensstandaard en de werkgelegenheid in de verschillende regio's en industrieën uitsluiten.
2004

Bij Europese wet of kaderwet worden de maatregelen vastgesteld die nodig zijn om tot een vrij verkeer van werknemers te komen zoals dit in artikel III-133 i is omschreven. Deze wetten of kaderwetten worden vastgesteld na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.

De Europese wetten en kaderwetten beogen met name het volgende:

  • a) 
    het bewerkstelligen van nauwe samenwerking tussen de nationale instanties op het gebied van de arbeid;
  • b) 
    het afschaffen van de administratieve procedures en praktijken, alsmede van de wachttijden voor het aanvaarden van aangeboden arbeidsbetrekkingen, die voortvloeien uit de nationale wetgeving of uit eerder tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten en waarvan de handhaving een beletsel zou vormen voor de liberalisering van het verkeer van werknemers;
  • c) 
    het afschaffen van alle wachttijden en andere beperkingen die in de nationale wetgeving of in eerder tussen de lidstaten gesloten overeenkomsten zijn gesteld en die aan werknemers uit de overige lidstaten andere voorwaarden voor de vrije keuze van een arbeidsbetrekking opleggen dan aan werknemers van het eigen land;
  • d) 
    het instellen van structuren die vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar brengen en die het evenwicht daartussen bevorderen onder voorwaarden welke uitsluiten dat de levensstandaard en de werkgelegenheid in de verschillende regio's en industrieën ernstig in gevaar komen.