Derde afdeling - De Commissie

Inhoudsopgave van deze pagina:

155: Bevoegdheden

Ten einde de werking en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt te verzekeren:

  • ziet de Commissie toe op de toepassing zowel van de bepalingen van dit Verdrag als van de bepalingen welke de instellingen krachtens dit Verdrag vaststellen,
  • doet de Commissie aanbevelingen of brengt zij adviezen uit over de in dit Verdrag behandelde onderwerpen, indien het Verdrag dit uitdrukkelijk voorschrijft of indien zij dit noodzakelijk acht,
  • heeft de Commissie een eigen beslissingsbevoegdheid en werkt zij mede aan de totstandkoming van de handelingen van de Raad en van de Vergadering overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag,
  • oefent de Commissie de bevoegdheden uit welke de Raad haar verleent ter uitvoering van de regels die hij stelt.

156: Algemeen verslag over de werkzaamheden van de Gemeenschap

Jaarlijks, ten minste één maand vóór de opening van de zitting van de Vergadering, publiceert de Commissie een algemeen verslag over de werkzaamheden van de Gemeenschap.

157: Omvang, eisen aan en nationaliteit van leden

  • 1. 
    De Commissie bestaat uit negen leden, die op grond van hun algemene bekwaamheid worden gekozen en die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden.

    Het aantal leden van de Commissie kan door de Raad met eenparigheid van stemmen worden gewijzigd.

    Alleen zij die de nationaliteit van een van de Lid-Staten bezitten, kunnen lid van de Commissie zijn.

    In de Commissie mogen niet meer dan twee leden van dezelfde nationaliteit zitting hebben.

  • 2. 
    De leden van de Commissie oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Gemeenschap.

    Bij de vervulling van hun plichten vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering of enig lichaam. Zij onthouden zich van iedere handeling welke onverenigbaar is met het karakter van hun ambt. Iedere Lid-Staat verbindt zich, dit karakter te eerbiedigen en niet te trachten de leden van de Commissie te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taak.

    De leden van de Commissie mogen gedurende hun ambtsperiode geen andere beroepswerkzaamheden, al dan niet tegen beloning, verrichten. Bij hun ambtsaanvaarding verbinden zij zich plechtig om gedurende hun ambtsperiode en na afloop daarvan de uit hun taak voortvloeiende verplichtingen na te komen, in het bijzonder eerlijkheid en kiesheid te betrachten in het aanvaarden van bepaalde functies of voordelen na afloop van die ambtsperiode. Ingeval deze verplichtingen niet worden nagekomen kan de Raad of de Commissie zich wenden tot het Hof van Justitie, dat, al naar het geval, ontslag ambtshalve volgens artikel 160 of verval van het recht op pensioen of van andere, daarvoor in de plaats tredende voordelen kan uitspreken.

158: Benoeming en mandaat van de leden

De leden van de Commissie worden in onderlinge overeenstemming door de regeringen der Lid-Staten benoemd.

Hun mandaat duurt vier jaar. Zij zijn herbenoembaar.

159: Beëindiging ambtsvervulling en vervanging van leden

Behalve door periodieke vervanging of door overlijden eindigt de ambtsvervulling van een lid van de Commissie door vrijwillig ontslag of ontslag ambtshalve.

De betrokkene wordt vervangen voor de verdere duur van het mandaat. De Raad kan met eenparigheid van stemmen vaststellen dat er geen reden voor vervanging is.

Behoudens in geval van ontslag ambtshalve als bepaald in artikel 160, blijven de leden van de Commissie in functie totdat in hun vervanging is voorzien.

160: Onvrijwillig ontslag en schorsing leden

Op verzoek van de Raad of van de Commissie kan elk lid van de Commissie dat niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekort geschoten, door het Hof van Justitie van zijn ambt ontheven worden verklaard.

In zodanig geval kan de Raad hem, met eenparigheid van stemmen, bij wijze van voorlopige maatregel, in zijn ambt schorsen en in zijn vervanging voorzien, totdat het Hof van Justitie zich heeft uitgesproken.

Op verzoek van de Raad of van de Commissie kan het Hof van Justitie hem bij wijze van voorlopige maatregel in zijn ambt schorsen.

161: Benoeming voorzitter en vice-voorzitters

De voorzitter en de twee vice-voorzitters van de Commissie worden voor twee jaar aangewezen uit haar leden op dezelfde wijze als is bepaald voor de benoeming van de leden van de Commissie. Zij zijn herbenoembaar.

Behalve in geval van een algehele vernieuwing, geschiedt de aanwijzing na raadpleging van de Commissie.

In geval van ontslag of overlijden worden de voorzitter en de vice-voorzitters voor de verdere duur van hun mandaat vervangen overeenkomstig de bepalingen van de eerste alinea.

162: Inter-institutionele akkoorden, reglement van orde

De Raad en de Commissie raadplegen elkaar en regelen in onderlinge overeenstemming de wijze waarop zij samenwerken.

De Commissie stelt haar reglement van orde vast, ten einde te verzekeren dat zij en haar diensten overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag werkzaam zullen zijn. Zij zorgt voor de bekendmaking van dat reglement.

163: Stemprocedure

De besluiten van de Commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen van het in artikel 157 bepaalde aantal leden.

De Commissie kan slechts geldig zitting houden, indien het in haar reglement van orde bepaalde aantal leden aanwezig is.