Artikel 256: Bepaalingen voor vervulling regterlijke bediening

255
Artikel 256
257

Geene regterlijke bediening word waargenomen, dan door Bataafsche burgers, die den vollen ouderdom van dertig jaaren bereikt hebben.

Buiten deze voorwaarde, kan de Wet nog andere bepaalingen in de keuse maaken.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Geene regterlijke bediening word waargenomen, dan door Bataafsche burgers, die den vollen ouderdom van dertig jaaren bereikt hebben.

Buiten deze voorwaarde, kan de Wet nog andere bepaalingen in de keuse maaken.

1801

In geene Rechtbanken zullen de Leden by derzelver aanstelling elkander onderling of ook den publieken Aanklager by dezelve, bestaan tot in den derden graad van Bloedverwantschap of Zwagerschap. Niemand kan de functie van Rechter waarnemen, die niet is stemgerechtigd Burger en den vollen ouderdom van vyf en twintig jaren niet heeft bereikt.

1805

In geene Regtbanken zullen de Leden, bij derzelver aanstelling, elkander onderling, of ook den Publieken Aanklager bij dezelve, bestaan tot in den vierden graad van bloedverwantschap of zwagerschap. Niemand kan den post van Regter of Publieken Aanklager waarnemen, die niet is Stemgeregtigd Burger, en den vollen ouderdom van 25 jaren niet bereikt heeft.

1806

In geene Regtbanken zullen de Leden bij derzelver aanstelling elkander onderling, of ook de publieke Aanklagers bij dezelve, bestaan, tot in den vierden graad van Bloedverwantschap of Zwagerschap. Niemand kan den Post van Regter of Publieken Aanklager waarnemen, die niet is Stemgeregtigd Burger, en den vollen ouderdom van 25 jaren bereikt heeft.