Artikel I-15: De coördinatie van het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid

I-14
Artikel I-15
I-16
  • 1. 
    De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie. Daartoe stelt de Raad van Ministers maatregelen vast, met name globale richtsnoeren voor dat beleid.

    Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, gelden bijzondere bepalingen.

  • 3. 
    De Unie kan initiatieven nemen ter coördinatie van het sociaal beleid van de lidstaten.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Dit artikel gaat in op twee gedeelde bevoegdheden met eigen kenmerken. De lidstaten blijven zelf bevoegd voor het economisch beleid. Wel dienen zij dit beleid binnen de Unie te coördineren. De Raad stelt hiertoe globale richtsnoeren vast. Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, gelden specifieke bepalingen, die zijn opgenomen in het beleidsdeel. De coördinatie van het werkgelegenheidsbeleid en van het sociaal beleid van de lidstaten wordt ook genoemd. In het beleidsdeel worden deze terreinen nader uitgewerkt.

Algemene beschouwing

De regering acht het positief dat, door opname in het constitutionele gedeelte (Deel I) van het Grondwettelijk Verdrag economische beleidscoördinatie als een van de fundamentele onderdelen van het Europees beleid is erkend.

De rol van de Commissie is hierbij versterkt ten opzichte van het EG-Verdrag en het EU-Verdrag, doordat zij in het Grondwettelijk Verdrag het recht krijgt om "directe" waarschuwingen te geven aan lidstaten als zij oordeelt dat het economisch beleid van een lidstaat niet in overeenstemming is met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel III-179, vierde lid i).

Deze directe waarschuwing zal ook gelden voor het budgettaire beleid van de lidstaten (het 'mechanisme van vroegtijdige waarschuwing' van het stabiliteits- en groeipact is afgeleid van dit artikel). De regering heeft dit resultaat verwelkomd, hoewel zij verder had willen gaan door de Commissie tevens het recht van voorstel te geven voor het indienen van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel III-179, tweede lid).

2.

Toelichting Belgische regering

De coördinatie van het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid vormt voor de Grondwet een gedeelde bevoegdheid (zie opmerking bij artikel I-14 i).

Artikel I-15 wil echter rekening houden met de specificiteiten van de coördinatiemechanismen hiervoor.

Het monetair beleid behoort tot de exclusieve bevoegdheden van de Unie voor de lidstaten van de eurozone, maar de Unie heeft slechts een ondersteunende en coördinerende bevoegdheid voor de coördinatie van het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid.

Een van de verdiensten van artikel I-14 is dat het de coördinatie van het economisch beleid en deze van het werkgelegenheidsbeleid op gelijke voet stelt. Terwijl sommigen de neiging hebben om het werkgelegenheidsbeleid ondergeschikt te maken aan het economisch beleid, voert de Grondwet op deze manier twee duidelijk van elkaar gescheiden coördinatieprocessen in.

Bovendien effent lid 2 het pad voor bijzondere maatregelen voor de lidstaten van de eurozone. Er worden bijzondere bepalingen in aangekondigd voor de eurozone, waarvan de autonomie door de Grondwet wordt uitgebreid.

3.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    De Unie coördineert het economische beleid van de lidstaten, met name door de globale richtsnoeren voor dat beleid vast te stellen.
  • 2. 
    De lidstaten voeren hun economisch beleid, met inachtneming van het gemeenschappelijk belang, om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.
  • 3. 
    Voor de lidstaten waar de euro is ingevoerd, gelden bijzondere bepalingen.

4.

Toelichting

Terwijl het monetaire beleid, voor de lidstaten die op de euro zijn omgeschakeld, tot de exclusieve bevoegdheid van de Unie behoort, blijven de lidstaten, overeenkomstig de conclusies van de werkgroep voorgezeten door de heer Haensch, bevoegd voor het economisch beleid. Op dat gebied is de Unie bevoegd om de verschillende nationale beleidsvormen te coördineren. Gelet op het belang van deze coördinatie heeft het Praesidium geoordeeld dat zij een afzonderlijk artikel verdient.

2003
  • 1. 
    De Unie stelt maatregelen vast om te zorgen voor de coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten, met name door de globale richtsnoeren voor dat beleid vast te stellen. De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie.
2003
  • 1. 
    De Unie stelt maatregelen vast om te zorgen voor de coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten, met name door de globale richtsnoeren voor dat beleid vast te stellen. De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie.
2003
  • 1. 
    De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie. Daartoe stelt de Raad maatregelen vast, met name globale richtsnoeren voor dat beleid.

 

 

Toelichting bij gewijzigd lid 1

Het werkdocument CIG 73/04 (29 april 2004) wijzigt dit lid "zodat de werking van de coördinatie van het economisch beleid duidelijker wordt weerspiegeld"

De afsluitende Europese Raad van 17-18 juni 2004 (document CIG 85/04) bekrachtigt deze wijziging.

De aanvankelijke tekst van dit lid luidde (document CIG 60/03 ADD 1):

"De Unie neemt maatregelen om te zorgen voor de coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten, met name door de globale richtsnoeren voor dat beleid te bepalen. De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie.

Voor de lidstaten die de euro als munt hebben die de euro hebben ingevoerd, gelden specifieke bepalingen."

2004
  • 1. 
    De lidstaten coördineren hun economisch beleid binnen de Unie. Daartoe stelt de Raad van Ministers maatregelen vast, met name globale richtsnoeren voor dat beleid.

    Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, gelden bijzondere bepalingen.

  • 3. 
    De Unie kan initiatieven nemen ter coördinatie van het sociaal beleid van de lidstaten.