Artikel I-3: De doelstellingen van de Unie

I-2
Artikel I-3
I-4
  • 1. 
    De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden i en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
  • 4. 
    In de betrekkingen met de rest van de wereld handhaaft de Unie haar waarden en belangen en zet zich ervoor in. Zij draagt bij tot de vrede, de veiligheid, de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de vrije en eerlijke handel, de uitbanning van armoede en de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van het kind, alsook tot de strikte eerbiediging en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.
  • 5. 
    De Unie streeft deze doelstellingen met passende middelen na, naargelang van de bevoegd heden die haar daartoe in de Grondwet zijn toegedeeld.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Met het oog op de samenvoeging van het EG-Verdrag en het EU-Verdrag is uitvoerig ingegaan op de precieze bewoording en omvang van deze doelstellingen. Daarbij is uitgegaan van de bestaande doelstellingen. Op enkele punten zijn deze doelstellingen aangepast en opnieuw geformuleerd.

Dit artikel bevat alle doelstellingen van de Unie. Voor het opstellen van deze doelstellingen is in belangrijke mate inspiratie gevonden bij de doelstellingen van het EU-Verdrag en het EG-Verdrag. Niettemin zijn de bewoording en toonzetting volledig nieuw. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de interne doelstellingen binnen de Unie en de doelstellingen die de Unie nastreeft in haar betrekkingen met de rest van de wereld (externe doelstellingen). De doelstellingen sluiten in belangrijke mate aan bij de uitgangspunten die ook al het EG-Verdrag en het EU-Verdrag waren opgenomen.

De interne doelstellingen van de Unie vormen een coherent samenstel van uitgangspunten. Het bevorderen van vrede en stabiliteit, het tot stand brengen van een ruimte van vrede, veiligheid en recht, het werken aan duurzame ontwikkeling van Europa met economische groei en prijsstabiliteit en een hoog niveau van bescherming van het milieu zijn thema's die ook in de EG- en EU-Verdragen waren opgenomen. Nieuw is de opname van het bevorderen van wetenschappelijke en technologische ontwikkeling in artikel I-3, derde lid.

De doelstelling van het bevorderen van de solidariteit tussen de generaties vormt de erkenning van het idee dat de verschillende generaties, geconfronteerd met uiteenlopende uitdagingen, elkaar door onderlinge ondersteuning en samenwerking kunnen bijstaan. Het gaat dan met name om de gevolgen van de vergrijzing, zoals de zorg voor de oudere generatie en de bekostiging daarvan.

De bescherming van de rechten van het kind als doelstelling moet worden gezien in het perspectief van het op 20 november 1989 te New York totstandgekomen VN-Verdrag tot bescherming van de rechten van het kind (Trb. 1990, 46), terwijl ook artikel II-84 i van het Grondwettelijk Verdrag deze rechten beoogt te beschermen.

Net als voor de andere doelstellingen geldt dat opname bij de doelstellingen geen individuele rechtsgrondslag inhoudt om concrete maatregelen te treffen, maar dat de doelstellingen moeten worden verwezenlijkt door middel van de bevoegdheden elders in het Grondwettelijk Verdrag, waaronder ook artikel I-18 i.

De externe doelstellingen rusten eveneens op de oude teksten. De Unie richt zich op het behartigen van de belangen en waarden van de Unie. De Unie draagt bij aan vrede, veiligheid en stabiliteit. Voorts draagt de Unie bij aan de verdere ontwikkeling en de naleving van het internationale recht, met een bijzondere verwijzing naar de Verenigde Naties (artikel I-3, vierde lid).

Over de doelstellingen is met name in de Conventie i uitvoerig gediscussieerd. In het bijzonder heeft discussie plaatsgevonden over het opnemen van de doelstellingen met betrekking tot milieubescherming (in het bijzonder het in de tekst behouden van milieubescherming als één van de drie pijlers van duurzame ontwikkeling), het opnemen van een sociale doelstelling en het opnemen van een verwijzing naar andere specifieke doelstellingen van de Unie, zoals bevordering van de ruimtevaart. Uiteindelijk is gekozen voor een compacte formulering van de doelstellingen. Daardoor zijn de vele wensen voor toevoegingen aan de doelstellingen meestal niet gehonoreerd.

Een belangrijke inkadering van de doelstellingen is opgenomen in het vijfde lid van artikel I-3. Het bereiken van de genoemde doelstellingen dient namelijk te gebeuren met de instrumenten die de Unie biedt en op basis van de bevoegdheden die in het Verdrag zijn uiteengezet.

In dat licht is te verwachten dat de gewijzigde formulering van de doelstellingen zonder toedeling van concrete bevoegdheden op zichzelf geen fundamentele gevolgen zal hebben voor het functioneren van de Unie. Het concrete optreden hangt immers af van de bevoegdheden die in het Grondwettelijk Verdrag aan de Unie worden toebedeeld. Toch is de opsomming in één opzicht van concreet belang. In artikel I-18 i van het Grondwettelijk Verdrag is immers een bepaling opgenomen met dezelfde strekking als artikel 308 van het EG-Verdrag; de Unie is bevoegd op te treden als dit noodzakelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van het Verdrag.

Het vijfde lid maakt duidelijk dat opname bij de doelstellingen niet betekent dat daarmee automatisch concrete bevoegdheden voor de Unie worden gecreëerd. De Unie kan alleen handelen indien hiertoe uitdrukkelijk een rechtsgrondslag is gecreëerd. De Unie dient haar bevoegdheden uit te oefenen in het licht van de doelstellingen.

In de Conventie heeft de regering er uitdrukkelijk voor gepleit om ook sociale bescherming en volksgezondheid bij de doelstellingen op te nemen. Voorts heeft de regering gepleit voor een doelstelling die verwijst naar eerbiediging van de culturele verscheidenheid. De regering heeft hierin deels succes gehad.

Sociale bescherming heeft een plaats gekregen in de doelstellingen. Ook het bevorderen en ontwikkelen van het culturele erfgoed heeft een plaats gekregen in de doelstellingen. Volksgezondheid is uiteindelijk niet in de doelstellingen, maar wel in het beleidsdeel van het Verdrag opgenomen (artikel III-278 i).

Externe integratie van milieubescherming in andere beleidsterreinen, onder het EG-Verdrag verwoord in artikel 6, heeft een plaats gekregen als overkoepelend beginsel in het beleidsdeel van het Grondwettelijk Verdrag, zodat horizontale werking gewaarborgd blijft. In de laatste aanpassingen van de IGC i is prijsstabiliteit ook opgenomen, mede op aandringen van de Nederlandse regering.

2.

Toelichting Belgische regering

De fundamentele doelstellingen van de Europese Unie en de Europese Gemeenschap worden in de huidige verdragen door verscheidene bepalingen geformuleerd, zonder echte coherentie.

De Conventie wilde de doelstellingen dan ook op een meer coherente en kernachtige manier definiëren.

Artikel I-3 betreft de algemene en transversale doelstellingen van de Unie. Hierbij komen ook de bijzondere doelstellingen van de verschillende beleidssectoren die in deel III van de Grondwet worden geformuleerd.

Bij de punten die in het bijzonder de aandacht verdienen, valt op dat in artikel I-3, lid 3, de grote lijnen van een « Europees sociaal model » worden geschetst.

Op deze manier moet de Unie zich inzetten voor een duurzame ontwikkeling, waarvan de drie aspecten worden aangestipt :

  • een evenwichtige economische groei, een groot concurrentievermogen en prijsstabiliteit
  • sociale markteconomie die gericht is op volledige werkgelegenheid (en dus niet op een hoge werkgelegenheid, zoals in de huidige teksten) en sociale vooruitgang
  • een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu

Opmerkelijk is ook dat de eerbied voor de rijke verscheidenheid van cultuur en taal een van de fundamentele doelstellingen vormt van de Unie.

Ten slotte merken we dat de Unie zich inzet om in de betrekkingen met de rest van de wereld haar waarden, maar ook « haar belangen » te handhaven en te bevorderen. Dit wijst erop dat de Unie eigen belangen heeft buiten die van de lidstaten en dat ze die wenst te verdedigen op internationaal vlak.

3.

Ontwikkeling artikel

1984

De Unie heeft tot doel;

  • een menselijke en harmonische ontwikkeling van de samenleving te verwezenlijken die met name berust op het streven naar volledige werkgelegenheid, de geleidelijke afschaffing van het bestaande gebrek aan evenwicht tussen haar regio's, de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het milieu en de wetenschappelijke en culturele vooruitgang van haar volkeren;
  • de economie van haar volkeren in het kader van een vrije interne markt met een stabiele munteenheid, met een evenwichtige betalingsbalans en met voortdurende economische groei, zonder discriminatie tussen onderdanen of ondernemingen van de Lid-Staten, verder tot ontwikkeling te brengen door het versterken van het vermogen van de Lid-Staten, hun burgers en ondernemingen om in saamhorigheid hun structuren en activiteiten aan de economische veranderingen aan te passen;
  • in de internationale betrekkingen de veiligheid, de vrede, de samenwerking, de ontspanning, de ontwapening en het vrije verkeer van personen en ideeën te bevorderen en de internationale betrekkingen op handels- en monetair gebied te verbeteren;
  • bij te dragen tot de harmonische en rechtvaardige ontwikkeling van alle volkeren ter wereld, ten einde hen in staat te stellen het onderontwikkelingsstadium en de honger te boven te komen en hun politieke, economische en sociale rechten volledig uit te oefenen.

Toelichting

In de toelichting bij dit ontwerp-Verdrag becommentarieerde Spinelli de beginselen en doelstellingen van de Unie als volgt:

  • 19. 
    Het ontwerp-Verdrag tot oprichting van de Europese Unie beschrijft een systeem van instellingen en bevoegdheden die, ook al wordt om redenen van continuïteit de communautaire terminologie gehandhaafd en worden de communautaire verworvenheden volledig overgenomen, belangrijke vernieuwingen ingevoerd die op de volgende beginselen zijn gebaseerd:
    • a) 
      bescherming en bevordering van de waardigheid van de individu in de democratische samenleving;
    • b) 
      eerbiediging van de fundamentele rechten van de burgers door de Unie bij de uitoefening van haar bevoegdheden en door de lid-staten die in geval van voortdurende schending van deze rechten of van de democratische beginselen sancties riskeren die zover kunnen gaan dat de staat van deelneming aan de activiteiten van de Unie wordt uitgesloten;
    • c) 
      subsidiariteitsbeginsel, volgens hetwelk de Unie slechts handelt ter uitvoering van taken die doelmatiger gemeenschappelijk kunnen worden verricht en in dat geval over de voor de aanpak en ontwikkeling van deze actie noodzakelijke instrumenten en procedures beschikt;
    • d) 
      uitdrukkelijke erkenning van de voorrang van het recht van de Unie boven het recht van de lid-staten;
    • e) 
      daadwerkelijke deelneming van de burgers van de Unie en van de lid-staten aan de besluitvorming;
    • f) 
      tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke besluiten op een zo dicht mogelijk bij de burgers gelegen niveau (staat, regio's, plaatselijke instanties), maar in het kader van een algemene uitvoerings- en controlebevoegdheid van de bevoegde instellingen van de Unie.
  • 21. 
    Deze behoeften zijn duidelijk omschreven, zowel in de interne doelstellingen van de Unie, waar de traditionele economische en sociale doelstellingen van de Gemeenschap gepaard gaan met het streven naar
    • volledige werkgelegenheid,
    • de afschaffing van de regionale onevenwichtigheden,
    • de milieubescherming, en
    • de noodzaak de Unie zodanig economisch te structureren dat zij het hoofd kan bieden aan economische veranderingen,

    alsook in haar naar buiten toe gerichte doelstellingen, waarbij talrijke aspecten van de internationaLe betrekkingen, ook op het gebied van politiek of veiligheid, de in de tekst overgenomen doelstellingen van economie en ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap vergezellen.

1994

De Unie heeft in het kader van haar bevoegdheden als fundamentele doelstellingen:

  • in Europa de vrede, de eerbiediging van de democratie, economische en sociale vooruitgang, volledige werkgelegenheid en de eerbiediging van het milieu te waarborgen,
  • een juridische en economische ruimte zonder binnengrenzen te ontwikkelen op basis van het beginsel van een sociale markteconomie,
  • de lid-staten en hun burgers bij te staan bij hun aanpassing aan interne en externe veranderingen op economisch, politiek en sociaal gebied,
  • de culturele en spirituele ontplooiing van haar volkeren met inachtneming van hun diversiteit te bevorderen,
  • haar identiteit in internationaal verband te doen gelden door een gemeenschappelijk optreden ter bevordering van de vrede, de veiligheid en het ontstaan van een vrije en vreedzame wereldorde die gebaseerd is op rechtvaardigheid, recht, eerbiediging van het milieu en economische en sociale vooruitgang.
2003
  • 1. 
    De Unie stelt zich tot doel vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
  • 2. 
    De Unie zet zich in voor een Europa van duurzame ontwikkeling op basis van evenwichtige economische groei en sociale rechtvaardigheid, met een vrije interne markt en een economische en monetaire unie, gericht op volledige werkgelegenheid en de totstandbrenging van hoge niveaus van concurrentievermogen en levensstandaard. Zij bevordert de economische en sociale samenhang, de gelijkheid van mannen en vrouwen, alsmede milieubescherming en sociale bescherming, en werkt aan wetenschappelijke en technische vooruitgang, met inbegrip van de ontdekking van de ruimte. Zij bevordert de solidariteit tussen de generaties en tussen de staten, alsmede gelijke kansen voor iedereen.
  • 3. 
    De Unie vormt een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, waarin haar gemeenschappelijke waarden worden ontwikkeld, en de rijkdom van haar culturele verscheidenheid wordt geëerbiedigd.
  • 4. 
    Bij de verdediging van de onafhankelijkheid en de behartiging van de belangen van Europa streeft de Unie ernaar haar waarden wereldwijd ingang te doen vinden. Zij draagt bij aan de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de uitbanning van armoede en de bescherming van de rechten van kinderen, strikte nakoming van de internationaal aanvaarde wettelijke verbintenissen en vrede tussen de staten.
  • 5. 
    Deze doelstellingen worden nagestreefd met passende middelen, afhankelijk van de mate waarin de desbetreffende bevoegdheden bij deze Grondwet aan de Unie zijn toegewezen.

4.

Toelichting

Doel van dit artikel is een opsomming te geven van de algemene doelstellingen waarin het bestaan zelf van de Unie en haar optreden ten behoeve van haar burgers op een meer horizontale manier worden gerechtvaardigd; het is niet de bedoeling een opsomming te geven van de specifieke doelstellingen die met de verschillende beleidsvormen van de Unie worden nagestreefd en die in het tweede deel van het Verdrag aan bod zullen komen.

Derhalve moet het fundamentele verschil tussen dit artikel en artikel 2 i worden beklemtoond: terwijl in artikel 2 basiswaarden worden vastgelegd die de Europese volkeren het gevoel moeten geven deel uit te maken van dezelfde "Unie", wordt in artikel 3 een opsomming gegeven van de voornaamste doelstellingen die de oprichting van een Unie met het oog op de gezamenlijke uitoefening van bepaalde bevoegdheden op Europees niveau rechtvaardigen.

5.

Nederlandse amendementen

Betreft: Artikel 3, lid 2

Ingediend door: Frans Timmermans

D.d.: januari 2003

The Union shall work for a Europe of sustainable development based on balanced economic growth, a high level of protection and improvement of the quality of the environment and social justice, with a free single market, and economic and monetary union, aiming at full employment and generating high levels of competitiveness and living standards to meet the needs of the present generation with respect for the rights of future generations. It shall promote economic and social cohesion, equality between women and men, and environmental and social protection, and shall develop scientific and technological advance including the discovery of space. It shall encourage solidarity between generations and between Member States, and equal opportunities for all.

Explanation:

  • 1. 
    All three aspects of sustainable development, the economic, the social and the ecological, need to be expressed in this central statement of the Union's objectives.
  • 2. 
    The wording used is taken directly from the existing Treaty (art. 2, EC Treaty).
  • 3. 
    The wording used on the rights of future generations is taken from the Brundtland Report, the most commonly used definition of sustainable development.

Betreft: Artikel 3, lid 3

Ingediend door: Frans Timmermans

D.d.: januari 2003

The Union shall constitute an area of freedom, security and justice (in which its shared values are developed) in which the well-being of its people is promoted and the richness of (its) their cultural diversity is respected.

Betreft: Artikel 3, lid 4

Ingediend door: R. van der Linden, F. Timmermans, W. van Eekelen en J.J. van Dijk

D.d.: januari 2003

Bij de verdediging van de onafhankelijkheid en de behartiging van de belangen van Europa streeft de Unie ernaar haar waarden wereldwijd ingang te doen vinden. Zij draagt bij aan de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de uitbanning van armoede en de bescherming van de rechten van kinderen, strikte nakoming van de internationaal aanvaarde wettelijke verbintenissen en vrede tussen de staten. De Unie draagt bij tot de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.

Betreft: Artikel 3, lid 4

Ingediend door: Frans Timmermans

D.d.: januari 2003

In defending Europe's independence and interests, the Union shall seek to advance its values in the wider world. It shall contribute to the sustainable development of the earth, solidarity and mutual respect among peoples, eradication of poverty and protection of (children's) human rights, strict observance of internationally accepted legal commitments, and peace between States.

Explanation:

I fully support the importance of the protection of children's rights. However, by specifically mentioning this group here, it raises the question whether other rights or treaties are less important.

2003
  • 1. 
    De Unie stelt zich ten doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
  • 2. 
    De Unie biedt haar burgers een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zonder binnengrenzen en een interne markt, waar vrije, onvervalste concurrentie heerst.
  • 3. 
    De Unie zet zich in voor een Europa van duurzame ontwikkeling op basis van een evenwichtige economische roei, met een sociale markteconomie, en streeft daarbij naar volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang.

    Zij streeft naar een hoog niveau van bescherming en van verbetering van de kwaliteit van het milieu. Zij bevordert wetenschappelijke en technische vooruitgang.

    Zij bestrijdt sociale uitsluiting en bevordert rechtvaardigheid en sociale bescherming, de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, de solidariteit tussen de generaties en de bescherming van de rechten van het kind.

    Zij bevordert de economische, sociale en territoriale samenhang, en de solidariteit tussen de lidstaten.

    De Unie eerbiedigt haar rijke verscheidenheid aan culturen en talen en ziet toe op de instandhouding en de ontwikkeling van het Europees cultureel erfgoed.

  • 4. 
    In haar betrekkingen met de wereld buiten haar grenzen handhaaft en bevordert de Unie haar waarden en belangen. Zij draagt bij tot de vrede, de veiligheid, de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de vrije en eerlijke handel, de uitbanning van armoede en de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder van de rechten van kinderen, alsook tot de strikte nakoming en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.
  • 5. 
    Deze doelstellingen worden nagestreefd met passende middelen, afhankelijk van de bevoegdheden die daartoe bij deze Grondwet aan de Unie zijn toegewezen.
2003
  • 1. 
    De Unie stelt zich ten doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
  • 2. 
    De Unie biedt haar burgers een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid zonder binnengrenzen, en een interne markt waar de mededinging vrij en onvervalst is.
  • 3. 
    De Unie zet zich in voor de duurzame ontwikkeling van Europa, op basis van een evenwichtige economische groei, van een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang, en van een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. De Unie bevordert wetenschappelijke en technische vooruitgang.

    De Unie bestrijdt sociale uitsluiting en discriminatie, en bevordert sociale rechtvaardigheid en bescherming, de gelijkheid van mannen en vrouwen, de solidariteit tussen generaties en de bescherming van de rechten van het kind.

    De Unie bevordert de economische, sociale en territoriale samenhang, en de solidariteit tussen de lidstaten.

    De Unie eerbiedigt haar rijke verscheidenheid van cultuur en taal en ziet toe op de instandhouding en de ontwikkeling van het Europees cultureel erfgoed.

  • 4. 
    In haar betrekkingen met de wereld buiten haar grenzen handhaaft en bevordert de Unie haar waarden en belangen. Zij draagt bij tot de vrede, de veiligheid, de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de vrije en eerlijke handel, de uitbanning van armoede en de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van kinderen, alsook tot de strikte nakoming en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.
  • 5. 
    Deze doelstellingen worden nagestreefd met passende middelen, afhankelijk van de bevoegdheden die daartoe in de Grondwet aan de Unie zijn toegewezen.
2003
  • 1. 
    De Unie stelt zich ten doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.

De Unie bestrijdt sociale uitsluiting en discriminatie, en bevordert sociale rechtvaardigheid en bescherming, de gelijkheid van mannen en vrouwen, de solidariteit tussen generaties en de bescherming van de rechten van het kind.

De Unie bevordert de economische, sociale en territoriale samenhang, en de solidariteit tussen de lidstaten.

De Unie eerbiedigt haar rijke verscheidenheid van cultuur en taal en ziet toe op de instandhouding en de ontwikkeling van het Europees cultureel erfgoed.

  • 4. 
    In haar betrekkingen met de wereld buiten haar grenzen handhaaft en bevordert de Unie haar waarden en belangen. Zij draagt bij tot de vrede, de veiligheid, de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de vrije en eerlijke handel, de uitbanning van armoede en de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van het kind, alsook tot de strikte nakoming en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.
  • 5. 
    De Unie streeft deze doelstellingen met passende middelen na, afhankelijk van de bevoegdheden die haar daartoe in de Grondwet aan de Unie zijn toegedeeld.

 

Noot [*] PDC bij lid 2

De IGC-Raad van 17-18 mei 2004 voegde "prijsstabiliteit" toe als doelstelling (document CIG 76/04, bekrachtigd door document CIG 79/04).

2004
  • 1. 
    De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden i en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.
  • 4. 
    In de betrekkingen met de rest van de wereld handhaaft de Unie haar waarden en belangen en zet zich ervoor in. Zij draagt bij tot de vrede, de veiligheid, de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de vrije en eerlijke handel, de uitbanning van armoede en de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van het kind, alsook tot de strikte eerbiediging en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.
  • 5. 
    De Unie streeft deze doelstellingen met passende middelen na, naargelang van de bevoegd heden die haar daartoe in de Grondwet zijn toegedeeld.