Artikel 301: Hooger beroep bij Hooge Vierschaar

300
Artikel 301
302

In militaire Vonnissen, door Garnisoens-Krijgsraaden zonder confessie geslagen, zal een hooger beroep zijn op eene Hooge Vierschaar.

Dezelve zal bestaan uit vijf Hoofd-Officieren, en een Fiskaal.

De Wet bepaalt, in dit geval, de werkzaamheden van den Agent van Oorlog, en de betrekkingen van den Fiskaal en der Auditeurs-Militair, gelijk mede de wijze van zamenstelling dezer Vierschaar.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

In militaire Vonnissen, door Garnisoens-Krijgsraaden zonder confessie geslagen, zal een hooger beroep zijn op eene Hooge Vierschaar.

Dezelve zal bestaan uit vijf Hoofd-Officieren, en een Fiskaal.

De Wet bepaalt, in dit geval, de werkzaamheden van den Agent van Oorlog, en de betrekkingen van den Fiskaal en der Auditeurs-Militair, gelijk mede de wijze van zamenstelling dezer Vierschaar.

1801

Er zal eene Hooge Militaire Vierschaar zyn, voor welke het Krygsvolk te Water en te Lande, op aanklagt van twee afzonderlijke Fiscaals zal worden te recht gesteld. Dezelve zal bestaan uit een gelyk getal Zee-Officieren, Land-Officieren en Rechtsgeleerden, waaromtrent zoo wel, als omtrent de geheele terechtstelling van het Oorlogsvolk de Wet nadere bepalingen en verordeningen vaststelt. De Leden dezer Vierschaar, benevens de Fiscaals worden door het Staats-Bewind benoemd.

1805

Er zal eene Hooge Militaire Vierschaar zijn, voor welke het Krijgsvolk te Water en te Lande, mitsgaders de Commissie vaarders, wegens militaire delicten, zal , worden te regt gesteld.

1814

Er zal een Hoog Militair Geregtshof zijn, voor hetwelk het krijgsvolk te water en te lande, wegens alle delicten, door hen gepleegd, zal worden te regt gesteld, volgens de nadere bepalingen bij de wet vast te stellen.

1815

Het krijgsvolk te water en te lande wordt wegens alle delicten door hen gepleegd, te regt gesteld voor Krijgsraden en een Hoog Militair Geregtshof, volgens de bepalingen bij de wet vast te stellen.

Dit Geregtshof zal uit een gelijk getal regtsgeleerden, Zee-Officieren en Land-Officieren bestaan, die voor hun leven door den Koning worden benoemd.

De President zal altijd een regtsgeleerde zijn.

1840: art 186